De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Foto: pxhere.com
Opinie -

De zaak Jozef Chovanec: openbaarheid beste garantie voor een eerlijk proces

Dat de raadkamer te Charleroi besluit dat er geen aanwijzingen zijn om de zaak-Chovanec naar de strafrechter te sturen legt andermaal een probleem binnen justitie bloot. “Het is voorspelbaar dat het Europees Hof van de Rechten van de Mens zal tussenkomen om (in deze zaak) de vereisten van het eerlijk proces te bevestigen”.

zondag 29 september 2024 18:33
Spread the love

 

Hoewel de procureurs-generaal in hun recente toespraken beweren dat zij het vertrouwen in justitie willen herstellen doet justitie net het omgekeerde. Hoe kan je aan de nabestaanden van Jozef Chovanec1 en aan de gewone burger uitleggen dat er niets verkeerd is gebeurd in de politiecel waar Chovanec door de politie werd aangepakt?

Er is een groot verschil tussen de behandeling door de raadkamer en deze voor en door de strafrechter. De raadkamer spreekt zich niet uit over de grond van de zaak maar gaat enkel na of er al dan niet voldoende “aanwijzingen” zijn om de zaak door te verwijzen naar de strafrechter.

Dat gebeurt met gesloten deuren, zonder publiek. De behandeling door en voor de strafrechter gebeurt helemaal anders.

Die behandeling gebeurt in openbare zitting met een tegensprekelijk debat waarin iedere partij publiekelijk zijn zeg heeft. Het gaat daarin ook niet om “aanwijzingen”. De strafrechter moet het “bewijs” beoordelen en zich publiekelijk en gemotiveerd uitspreken over schuld en boete.

De behandeling voor de raadkamer mist dan ook elementen die vereist zijn voor een eerlijk proces: geen openbaarheid waardoor de burger niet kan zien hoe recht wordt gedaan. Wanneer er geen “aanwijzingen” zijn dat er strafbare feiten werden gepleegd kan je de enkele behandeling door de raadkamer verantwoorden.

Maar wat zijn “aanwijzingen”?

Bovendien gaat het om een zaak die terecht de openbare opinie beroert. Hoe kan de burger dan zien en begrijpen waarom er geen “aanwijzingen” zijn? Openbaarheid is de beste garantie dat het allemaal eerlijk verloopt.

Een behandeling met gesloten deuren kan de schijn geven dat het niet is gebeurd. Ook voor de verdachten is de uitspraak van de strafrechter de enige manier om een gemotiveerd oordeel over hun mogelijke onschuld te verkrijgen.

De schijn van partijdigheid kan daarom een reden zijn om een rechterlijke uitspraak te verbreken en het proces over te doen. Om die schijn te beoordelen moet je evenwel niet in de zetel van de rechter maar op de stoel van de burger gaan zitten.

Daar zit het probleem. Rechters menen wel meer dat rekening houden met wat de burger denkt een aantasting is van hun onafhankelijkheid en hun onpartijdigheid. Ontegensprekelijk mogen rechters in hun oordeel geen rekening houden met de openbare opinie zoals die soms erg vertrokken in de media wordt gebracht.

Daar gaat het hier niet over. Het gaat hier enkel over de procedure, over de wijze waarop het proces wordt gevoerd.

Het probleem zit dus in de recente hervormingen van de procedure, van de wijze waarop aan strafrecht wordt gedaan. Deze is steeds minder openbaar en alsmaar meer vertrouwelijk geworden.

Wat de procureur in zijn opsporingsonderzoek doet, wat hij seponeert, zonder gevolg laat, hoe een pretoriaanse bemiddeling, een bemiddeling onder voorwaarden, afloopt, hoe er “onderhandeld” wordt om tot een afkoop te kunnen komen, zijn handelingen die volkomen vertrouwelijk, zeg maar geheim, verlopen.

De behandeling voor en door de strafrechter en daardoor ook de openbaarheid van zowel de debatten als van de rechterlijke uitspraak over bewijs, schuld en boete, wordt erdoor vermeden. De rol van de procureur is er ook belangrijker in geworden, is breder dan deze van een enkele procespartij en die neigt nu naar deze van een rechter.

Om deze reden keurde het Grondwettelijk Hof ook de eerste versie van de afkoopwet af, waarin geen rechter meer te pas kwam, en moesten twee wetswijzigingen tussenkomen om het opnieuw in overeenstemming te brengen met de vereisten van het eerlijk proces.

De Commissie-Franchimont, een commissie van experten, trachtte in navolging van de vaststellingen van het eerste Bendeonderzoek de knelpunten in de procedure weg te nemen. De rechten van de burger werden uitgebreid, de rol van zowel de procureur als van de onderzoeksrechter werd verfijnd, er werd ook een mogelijkheid van publieke kennisgevingen voorzien.

Hoewel de voorstellen van deze commissie wet werden ging de praktijk zijn eigen weg. Dat de procureur kan seponeren, een zaak opzij kan leggen tot die is verjaard, wordt steeds meer als een ‘eindbeslissing’ bekeken.

Hoewel de onderzoeksrechter de opdracht kreeg om alle maatregelen te nemen die de rechtscolleges in staat moeten stellen met kennis van zaken te oordelen werd dergelijke maatregel in de Operatie Kelk, de huiszoekingen en in beslagnames bij de kerk, met alle mogelijke en zelfs ontoelaatbare middelen betwist.

Procureurs-generaal maakten geen gebruik van de mogelijkheid om zelfs bij lopende onderzoeken publieke mededelingen te doen wanneer het openbaar belang het vereist. Zelfs voor parlementaire onderzoekscommissies weigerden zij enige nuttige toelichting.

Het Bendedossier wordt door een beslissing van de raadkamer afgesloten, zonder enige publieke toelichting. Anderzijds toonde Kazachgate, het parlementair onderzoek over de wordingsgeschiedenis van de afkoopwet, wat er mogelijk is in de vertrouwelijke afhandeling.

Twee procureurs-generaal gingen er stevig hun boekje te buiten, de ene door een nog niet gestemde wet toe te passen, de andere door een vertrouwelijke onderhandeling met de advocaten om de politieke besluitvorming te beïnvloeden.

Het strafrechtelijk beleid dat aangeeft wat bij de vervolging al dan niet belangrijk is werd aan de rechtspraak en aan de rechtsleer ontnomen en aan slechts één persoon, aan de justitieminister, gegeven.

Er zaten bovendien nog andere hervormingen aan te komen. De assisenprocedure, de rechtspraak van het volk die in de Angelsaksische procedure de standaard is, moest afgeschaft of minstens aangepast worden.

De onderzoeksrechter moet vervangen worden door een rechter van het onderzoek die nog enkel toekijkt op het onderzoeksmonopolie van een procespartij die de procureur is.

De burgerlijkepartijstelling, de mogelijkheid voor de burger om zich tegen een sepot van de procureur te verzetten, moest worden, afgeschaft. Recente schandalen als de mislukking van de operatie kelk, de Reuzegom-affaire en de fraude in het magistratenexamen hebben de twijfel van de burger aangedikt.

Het wordt steeds heimelijker, de rechter meer en meer door de procureur vervangen, de burger steeds verder uit zijn justitie gezet. Kan het verwonderen dat de burger er niet langer in gelooft?

Ook hier is het voorspelbaar dat het Europees hof van de Rechten van de Mens zal tussenkomen om de vereisten van het eerlijk proces te bevestigen.

Dat ons land de kans loopt er andermaal door veroordeeld te worden zal de uitvoerende macht evenwel niet beletten om verder langs procedure hervormingen de rechterlijke macht aan te tasten en de rechten van de burger te miskennen.

Note:

1   Op 24 februari 2018 viel de 39-jarige Slovaakse burger Jozef Chovanec in een coma na geweldddadig politieoptreden op de luchthaven van Charleroi. Daarbij zat één agent 16 minuten lang op zijn borstkas en een agente bracht tijdens die mishandeling de Hitlergroet, met twee vingers als ‘snor’ onder de neus. In het eerste politierapport over zijn aanhouding werd geen enkele vermelding van de mishandeling en de Hitlergroet gemaakt.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!