De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Oorlog. Misschien schuilt er, voorbij het cliché & na verloop van tijd, wat goeds in

dinsdag 30 juli 2024 09:34
Spread the love

Sinds een jaar voor de inval van de Russen in Oekraïne lees ik mij in over het fenomeen Oorlog. Meer en meer krijg ik de indruk dat er de laatste zestig jaar over weinig fenomenen zozeer in clichés is gedacht en geschreven. De vakantielectuur van professor Jonathan Holslag over het Venetiaanse rijk, geeft opnieuw positieve evidentie voor een meer positieve kijk. Eens te meer inspireert deze uitzonderlijk breed gevormde Vlaming met onconventionele maar diepzinnige en creatieve geest. Op een bepaald punt in de tijd, in de geschiedenis, lijken zachte waarden en zachte inzet het schip van de samenleving niet stabiel, niet meer drijvend te kunnen houden. De struik van de samenleving gaat meer en meer woekeren; heftige snoei dringt zich op. Een coup van constructieve destructie. Zoals tenslotte al duizenden keren het geval is geweest in de loop van de tijd, van de geschiedenis. De tijd is misschien rijp om het begrip oorlog te her-ijken. Met in het achterhoofd die wijze bedenking die circuleert op sociale media: “Dat wat wij niet toelaten ons bewustzijn (en ons geweten!) binnen te komen, zal in onze levens op de loer gaan liggen in de vorm van het (nood)lot”

The things in ourselves

That we do not allow

to enter our conscience,

Loom in our lives

as fate

Prof Holslag becommentarieert op zijn Facebook-profiel en citeert uit Crowley’s “City of Fortune”.
“Naast de kracht van de Ottomanen, identificeert Crowley een andere bepalende factor in de verschuiving van de machtsbalans: de verzwakking van Venetië. Venetië had welvaart opgebouwd en daardoor verloor het bestaan van de galeotti zijn aantrekkingskracht. “Het gevoel van lotsverbondenheid begon te verbrokkelen.” (p. 286) Tezelfdertijd ontkoppelden welvarende Venetianen zich steeds meer van de lagunestad, om kapitaal te investeren in het terra firma, het vasteland van Italië en daar in weelderige paleizen te genieten van de ruimte en rust. Een pakkende metafoor vat deze kentering samen:

Meer nefast dan de andere meeste gevaren op zee, is de situatie waarin het windstil is en de zee overal kalm is. Alles wordt dan klam, vuil en beschimmeld. Het water begint te stinken en de wijn ondrinkbaar. Vlees, zelfs als het gedroogd en gerookt is, wemelt van de maaien en plotseling krioelt het aan boord van ander leven: vliegen, muggen, vlooien, luizen, wormen en ratten. Erger nog, is het dan dat de bemanning lui, losbandig wordt door de hitte, gevangen door kwaadaardige driften als melancholie, woede en afgunst, en op elkaar losgaan. Ik heb weinigen zien omkomen in stormen, maar velen ten onder zien gaan tijdens zulke windstilte.” (p. 294)

Wat het fenomeen Oorlog betreft: verstandige commentatoren komen elke maand meer tot het besef dat er pakweg sinds de “poëtische revolutie” van mei ’68 wel erg in clichés is over gedacht en gepraat.
Jonathan Holslag stelt als vooraanstaande intellectueel in feite telkens weer de vraag: “Hoe kunnen wij politici (en burgers) uit de kennelijke vadsigheid halen, en hen actiever, dynamischer maken voor het algemeen belang van Europa?” Langdurige Vrede lijkt hen wat lam te maken. Zoals bijvoorbeeld gebeurde met het historische rijk van Venetië, dat niet aan oorlogen maar aan de gevolgen van een lange periode van vrede ten onder ging. Eerder al suggereren mensen met denkkracht en originaliteit dat niets zoveel samenhorigheid en samenwerking genereert als wanneer een gemeenschappelijke vijand moet bestreden worden. Dit kon wel eens waar zijn.
Na de grote oorlog begonnen door de nazi’s, die bijzonder vuil werd gevoerd, met inzet van meedogenloze politieke politie (de Gestapo en SD) en die ook de beruchte grootschalige moordkampen bracht, is oorlog vanzelf lange tijd taboe geweest, zeker het idee van oorlog als brenger van iets positiefs. De ‘poëtische revolutie” van de jongeren in mei ’68  heeft helder denken niet bevorderd. “Vrede” leek voor hen binnen bereik, een legitiem doel, niet voor vijftig of tachtig jaar, maar voor eeuwig.
In het Ancien Regime, van de Romeinen tot de Franse Revolutie (1789) was oorlog echter nooit de grootste doder; wel pandemieën en vooral Honger, zelf gevolg van de gedurende millennia endemische Armoede! Laten wij om te beginnen dus meer Geschiedenis studeren.
De krijgshistoricus Max Hastings wijst er in de inleiding op zijn hoofdwerk over WO II op
dat het aantal doden bij de militairen (aan geallieerde zijde) niet meer dan vijf promille bedroeg.
Dat geeft te denken.
Misschien is Oorlog dan te beschouwen als een oer-fenomeen dat de mens nooit achter zich laat, en dat de mensheid, dat een rijk, een natie, een maatschappij zelfs periodiek nodig heeft. Oorlog is dan niet het “absolute kwaad”, maar valt te beschouwen als het afzetten van een voetje dat door kanker is aangetast; als een streng dieet aangepast aan je ziekte. Als het streng snoeien van een struik of boom: dat geeft de plant een scheut van vitaliteit en hij zal op die manier langer leven, zoals wij persoonlijk leerden van de snoeimeester bij een van de vele soorten vrijwilligerswerk die wij hebben bedreven.
Oorlog is te beschouwen als een paardenmiddel, een grondige ingreep, die pijn doet en verdriet veroorzaakt, maar die ook nieuw leven mogelijk maakt.
Wat de vraag betreft hoe je de vitaliteit van een samenleving, van politici kunt verhogen, nog het volgende.  Zelf heb ik een paar duizend keer aan Responsabilisering  gedaan van de klasse die de macht draagt, op verschillende manieren. Door opiniestukken en lezersbrieven te publiceren in een tiental vooraanstaande kranten en tijdschriften. Door politici persoonlijk aan te spreken en aan te schrijven.
Dat bleef niet altijd zonder succes.
Aan een ander front heb ik de gekwetsten en moedelozen intensief opgezocht en bijstand verleend. Van mensen in de psychiatrie, die ik gedurende een kwarteeuw honderden keren bezoekjes heb gebracht, over stervende mensen die ik in een Palliatieve Zorg Eenheid twee jaar lang heb bijgestaan en verzorgd; tot wanhopige Vlamingen die nergens met hun verzuchtingen, eenzaamheid en angst terecht konden, en dan anoniem naar Tele-Onthaal, de algemene hulplijn belden. Drieduizend gesprekken heb ik daar gevoerd, gespreid over acht jaar van inzet.
Dat onbaatzuchtige en ongetwijfeld zeer nuttige en nodige werk leverde me geen bijkomend inkomen maar wel veel kennissen en vrienden, veel inzicht en een beetje wijsheid, en uiteindelijk ook een nationale eretitel op. Dit is en blijft aan te raden arbeid en inzet, zeker voor hen die zich ertoe geroepen voelen en over de juiste talenten beschikken. Het is arbeid die, wat het opiniewerk betreft, zeer veel studie, veel oefening, communicatietalent vereist, en wat de zorgverlening betreft, veel empathie, sympathie, geduld, luistervaardigheid, natuurlijke vriendelijkheid, en grote hoeveelheden menselijke warmte, energie en tijd vergt.
Uiteindelijk blijkt dit soort zachtzinnige inzet echter het verschil niet te kunnen maken. Niet voor het individu met die roeping, en nog veel minder voor de maatschappij als geheel, waar dit soort onbaatzuchtige, onzelfzuchtige, zorgzame profielen witte raven blijven. Na verloop van tachtig jaar verdwijnt de strijdlust, de patriottische trots, de medemenselijkheid, de scherpte, de samenhorigheid, de wederzijdse liefde, de wederzijdse zorg, de positieve instelling, de bereidheid tot soberheid en massieve inzet bij velen toch wel wat, zoals Jonathan Holslag suggereert. Kijk naar de slapte waarmee op de reuze uitdaging van de klimaatontsporing wordt gereageerd.
Op een bepaald moment is, zo is onze analyse, een ander soort inzet, die lang uitgestelde en gevreesde, grootschalige maatschappelijke ingreep weer nodig die typerend voor diepgaande omwentelingen zorgt. Die houdingen als heldhaftigheid, trots, intense betrokkenheid, samenhorigheid, dapperheid, wilskracht, die kortom de Moed-der-Wanhoop vermag naar boven te brengen bij hele bevolkingen. Deze die geschiedt via gevechten. Deze die geschiedt met inzet van militairen en wapensystemen. Oorlog.
Waarbij het dan de opdracht is voor iedereen, volgens eigen positie en macht, er het beste van te maken. De oorlogswetten te (doen) respecteren, onschuldige burgers te sparen en de oorlog beperkt trachten houden, om niet in een spiraal terecht te komen. Het zal nooit een gemakkelijkheidsoplossing zijn, zoveel is zeker.
————————————————————-
*Meer onderzoek naar de aard en essentie van oorlog lees je hier: 75 jaar NATO. De helaasheid van het fenomeen Oorlog
*De meest recente formulering van de visie van Jonathan Holslag vindt u in het boek “The Citadel State”. In volgende blog ga ik er even kritisch op in, en deze blog bevat tevens de link waar u het essay kosteloos kunt downloaden: https://wwjonathan-holslag-zet-door-met-zijn-suggesties-voor-flinkere-bevolking/
_________________
Illustratie: pantservoertuig op de Kunstberg in Brussel, nationale feestdag 21 juli 2023, eigen beeld.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!