De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

De betekenis van de uitspraak van het hoogste VN-gerechtshof voor Israël

De betekenis van de uitspraak van het hoogste VN-gerechtshof voor Israël

zondag 21 juli 2024 18:14
Spread the love

Hoewel ze niet bindend zijn, ontnemen de vonnissen van het Internationaal Gerechtshof over het aanhoudende bloedbad in Gaza het vermogen van de Joodse staat om zijn misdaden te blijven verdoezelen.

Tarik Cyril Amar, 21 Juli 2024

De vijftien rechters van het Internationale Gerechtshof (ICJ), het hoogste rechterlijke orgaan van de Verenigde Naties, hebben een uitspraak gedaan waarvan iedereen het erover eens is dat het een mijlpaal is. “Juridische gevolgen voortspruitend uit het beleid en de praktijken van Israël in de bezette Palestijnse gebieden, inclusief Oost-Jeruzalem”, is in wezen een verpletterende veroordeling van het beleid en de misdaden van Israël in de gebieden die het meer dan een halve eeuw geleden, in de Zesdaagse Oorlog van 1967, veroverd heeft en die het land thans nog steeds in zijn bezit heeft.

De bevinding van het Internationaal Gerechtshof betekent onvermijdelijk ook (of de rechters dat nu bedoeld hebben of niet) dat niet alleen het beleid van Israël in deze specifieke gebieden, maar ook het zionistische project als zodanig, gebaseerd is op de onherstelbare onrechtvaardigheid van het met geweld afnemen van de Palestijnen van hun onvervreemdbare recht op nationale zelfbeschikking. Vergis u niet: dit is niet “slechts” een klap voor de misdaden van de Israëlische bezetting en de annexatie; het stelt de grondvesten van Israël als staat ter discussie, omdat het is gebouwd rond het systematisch schenden van gerechtigheid, recht en elementaire ethiek.

Eén kenmerk dat de impact van de bevindingen van het ICJ vergroot, is de alomvattendheid ervan. Het 80 pagina’s tellende document is het resultaat van een lang en grondig proces dat eind 2022 begon, toen de Algemene Vergadering van de VN om een ​​zogenaamd “advies” vroeg. De bevindingen zijn gedetailleerd en zorgvuldig beargumenteerd en zijn onder meer gebaseerd op de gecombineerde expertise van enkele van de beste juristen ter wereld en op hoorzittingen waarbij bijna zestig staten betrokken waren. (Israël, dat zich duidelijk bewust was van het feit dat zijn positie niet veelbelovend was en het internationale recht in het algemeen minachtte, liet de gelegenheid om zijn zaak te bepleiten aan zich voorbijgaan, wat zijn huidige woede over het resultaat alleen maar absurder maakt.)

Hoewel gelijkaardige gedetailleerde juridische beoordelingen vaak ingewikkelde resultaten opleveren, is dat hier helemaal niet het geval. Zoals algemeen wordt erkend, zijn de bevindingen verpletterend voor Israël en, althans in juridische termen, een duidelijke triomf voor de Palestijnen en Palestina. In de woorden van Erika Guevara Rosas, ‘senior director for research, advocacy, policy, and campaigns‘ bij Amnesty International is “de conclusie van het ICJ luid en duidelijk”.

Het ICJ heeft zonder voorbehoud erkend dat het door Israël vasthouden van gebieden die het in beslag heeft genomen tijdens de Zesdaagse Oorlog – met inbegrip van Oost-Jeruzalem (dat Israël officieel maar onrechtmatig heeft geannexeerd) en de Westelijke Jordaanoever (die het pretendeert te “bezetten” maar in werkelijkheid annexeert) illegaal is en zo snel mogelijk moet worden beëindigd.

In het bijzonder maakte het Internationaal Gerechtshof duidelijk dat het nederzettingenbeleid moet stoppen en dat de kolonisten die zich al in deze gebieden bevinden, moeten vertrekken. Dat besluit alleen al betekent dat tussen de 700.000 en 750.000 Israëlische illegalen (hier is die term voor één keer uiterst correct) niet mogen zijn waar ze zijn. Niet alleen moeten ze allemaal de meer dan honderd nederzettingen verlaten waartoe ze nooit gerechtigd waren om ze te stichten; de Israëlische staat heeft de verplichting hen te evacueren. Bovendien zijn de landonteigeningen door Israël ook illegaal. Dat is simpel gezegd: diefstal. Het Internationaal Gerechtshof heeft Israël bevolen terug te geven wat het heeft gestolen, dat wil zeggen tienduizenden hectares.

De Israëlische staat is natuurlijk nauw betrokken bij de illegale handelingen die het ICJ heeft bevolen te stoppen en zelfs terug te draaien. Het al lang bestaande beleid van Israël om zijn Joodse burgers – inclusief de facto koloniale settlers van waar dan ook ter wereld – te stimuleren om naar de illegaal bezette gebieden te verhuizen en Palestijns land en hulpbronnen te stelen, is fundamenteel misdadig, omdat het in strijd is met het internationaal recht, en in het bijzonder het humanitair recht dat vastgelegd is in de Conventies van Genève.

Met betrekking tot de Gazastrook, al geruime tijd een de facto concentratiekamp voor de Palestijnse inwoners en sinds oktober 2023 het toneel van Israëls lopende genocidale campagne, heeft het Internationaal Gerechtshof duidelijk het maar al te vaak gehoorde Israëlische argument verworpen dat zijn strijdkrachten zich daaruit teruggetrokken hebben in 2005.

In werkelijkheid, zoals eerlijke juridische experts al lang aanhouden en het Internationaal Gerechtshof nu expliciet heeft bevestigd, heeft Israël altijd zoveel versmachtende controle over dit gebied uitgeoefend dat het een bezettingsmacht is gebleven, met alle verplichtingen van dien, ongeacht of zijn strijdkrachten zich nu ter plaatse bevonden in de Gazastrook of de inwoners ervan misbruikten terwijl ze eromheen gelegerd zijn.

Het Internationaal Gerechtshof verduidelijkte ook de kwestie van de apartheid. Zoals bekend zou moeten zijn, is apartheid een erkend misdrijf onder het internationaal recht (het is niet louter een naam voor één specifiek crimineel regime dat ooit in Zuid-Afrika werd toegepast). Op grond van bijvoorbeeld het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof (ICC) – niet te verwarren met het Internationaal Gerechtshof (ICJ) – wordt de “misdaad van de apartheid” gedefinieerd als een “misdaad tegen de menselijkheid”, vergelijkbaar met bijvoorbeeld moord, uitroeiing, slavernij of marteling. Ook nog volgens het Statuut van Rome is wat apartheid speciaal maakt, dat het “een geïnstitutionaliseerd regime is van systematische onderdrukking en overheersing door één raciale groep over welke andere raciale groep of groepen dan ook, gepleegd met de bedoeling dat regime in stand te houden.”

Eenvoudig gezegd is apartheid letterlijk een van de ergste misdaden die een regime en de mensen die het steunen en ervoor werken, kunnen begaan. In het geval van Israël hebben onbevooroordeelde deskundigen en verschillende mensenrechtenorganisaties al lange tijd betoogd dat het land deze misdaad ook begaat. Het ICJ heeft deze kwestie aangepakt en daarbij geargumenteerd “dat het beleid en de praktijken van Israël in de bezette Palestijnse gebieden neerkomen op segregatie of apartheid, in strijd met artikel 3 van de CERD”, dat wil zeggen de “Convention on the Elimination of All Forms of Racial Discrimination” (Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie, ook bekend als het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie, ICERD).

Artikel 3 van de CERD legt staten niet alleen de verplichting op om “rassensegregatie en apartheid te veroordelen”, maar ook om “alle praktijken van deze aard in gebieden onder hun jurisdictie te voorkomen, te verbieden en uit te roeien.” Het Internationaal Gerechtshof heeft geconcludeerd dat Israël, door zijn “wetgeving” en “maatregelen”, dat wil zeggen, door waarlijk alles wat het als staat doet, deze belangrijke bepaling schendt.

Kortom, Israël is een staat die de misdaad tegen de menselijkheid van de apartheid beoefent, door de facto gebieden te annexeren en te vestigen waar het geen enkele juridische aanspraak op kan maken, en systematisch een hele natie, de Palestijnen, hun recht op zelfbeschikking te ontzeggen. De rechtbank heeft ook een einde gemaakt aan elke pretentie dat Israël zijn voortdurende, wijdverbreide criminaliteit kan rechtvaardigen door zogenaamde “veiligheidsbehoeften”. Dit zijn slechts enkele van de belangrijkste bevindingen van het Internationaal Gerechtshof. Andere hebben bijvoorbeeld betrekking op het Palestijnse recht op restitutie, terugkeer en herstelbetalingen. Voor iedereen die ook maar enigszins bekend is met de modus operandi van de Israëlische staat, is het duidelijk dat deze bevindingen van het ICJ de kernbeginselen ervan onwettig hebben verklaard, wat ze ook zijn.

Veel staten, althans die met voldoende macht, overtreden het internationaal recht, sommige heel geregeld (de VS bijvoorbeeld), andere “slechts” af en toe. Israël is echter bijzonder: op grond van zijn eigen, vrijwillig gekozen beleid, geïnspireerd door een nationalistische ideologie van suprematie en koloniale nederzettingen, heeft het het schenden van het internationaal recht tot zijn staatsreden gemaakt: zonder dergelijk beleid is het moeilijk voor te stellen hoe het land zou kunnen blijven bestaan. Merk in dit verband op dat het Internationaal Strafhof (ICC) op het punt staat arrestatiebevelen tegen de minister van Defensie en de premier uit te vaardigen wegens misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden. Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) heeft intussen al vastgesteld dat genocide een plausibele mogelijkheid is in Gaza en zal, aangezien Israël op brutale wijze al zijn bevelen heeft genegeerd, deze conclusie hoogstwaarschijnlijk bevestigen in een definitief oordeel in de niet al te verre toekomst.

Eén ding dat de bevindingen van het ICJ bevestigen is uiteraard dat de Palestijnen volgens het internationaal recht zich mogen beroepen op gewapend verzet. Een ander ding dat volgt is dat veel zaken waarvan Israël en zijn westerse ondersteuners beweren dat ze onderwerp van onderhandeling zijn, dat niet zijn: Palestijnen hebben het recht om hun land terug te krijgen; Israël heeft niet het recht om het op welke manier dan ook te gebruiken, zelfs niet als onderwerp van onderhandelingen.

Er volgt nog een derde ding, maar dan uit het Israëlische antwoord: het hele Israëlische politieke establishment, en niet alleen premier Netanyahu en de overige extremisten in zijn kabinet, heeft de bevindingen van het Internationaal Gerechtshof verworpen. Daarom moet de idee dat de problemen met Israël veroorzaakt worden door een beperkt aantal radicalen die aan de macht zijn, voor eens en voor altijd begraven worden. Spijtig genoeg zijn de waanvoorstellingen van overheersing en suprematie diep doorgedrongen in het hele politieke spectrum en in de samenleving. Israël is de ergste schurkenstaat ter wereld, en bevindt zich in een doodlopende straat. Het land kan de schuld daarvoor niet afschuiven op externe vijanden of “antisemitisme”, zoals zijn elites gewoonlijk doen. In werkelijkheid zijn de eigen arrogantie en het buitensporig geweld tegen de Palestijnen en de buurlanden hiervan de oorzaak.

Menig cynicus zal erop wijzen dat deze bevindingen van het Internationaal Gerechtshof Israël uiteraard niet tot enige inkeer zullen brengen. Zoals de speciale VN-rapporteur Francesca Albanese reeds heeft opgemerkt is de gebruikelijke reactie van Israël, wanneer het op de vingers getikt wordt, van nog meer geweld te plegen, alsof het zijn afkeer van het internationaal recht nog meer in de verf wil zetten. Toch is het kortzichtig om aan te nemen dat de veroordeling van het Internationaal Gerechtshof irrelevant is.

Een belangrijk punt is dat het Internationaal Gerechtshof expliciet heeft gesteld dat alle andere staten de plicht hebben om “samen te werken met de Verenigde Naties” om “een einde te maken aan de illegale aanwezigheid van Israël in de bezette Palestijnse gebieden en aan de volledige verwezenlijking van het recht van het Palestijnse volk op zelfbeschikking.” Daarnaast herhaalden de rechters ook zeer gedetailleerd dat niet alleen andere staten, maar ook “internationale organisaties, gespecialiseerde agentschappen, investeringsmaatschappijen en alle andere instellingen” geen maatregelen mogen erkennen “die door Israël worden genomen om de rijkdommen van de bezette gebieden te exploiteren of om veranderingen te bewerkstelligen in de demografische samenstelling of het geografische karakter of de institutionele structuur van deze gebieden, of om op enigerlei wijze met hen samen te werken of hen daarbij te helpen”.

In wezen heeft het Internationaal Gerechtshof alle regeringen op deze planeet erop gewezen dat ze niet vrij zijn om te doen wat ze willen met betrekking tot Israël en zijn misdaden, maar dat ze gebonden zijn aan wetten om deze misdaden te stoppen en zich te onthouden van medeplichtigheid. Dat is uiteraard een aspect van het vonnis dat de vele hypocrieten en handlangers in de EU en de VS zorgen moet baren, zoals bijvoorbeeld de Duitse bondskanselier Olaf Scholz, die niets anders kan zien dan een “uiterst correcte naleving van het internationaal recht” wanneer hij het heeft over Israël. Maar dat is natuurlijk dezelfde Olaf Scholz, die zich maar niet kan inbeelden wie de gaspijpleidingen van zijn land heeft opgeblazen. Op dezelfde manier zouden de leiders van Groot-Brittannië, met de “Labour-friends of Israel” met, beschamend genoeg, ‘mensenrechtenadvocaat‘ Keir Starmer aan het hoofd, en die van de VS, die hun medeplichtigheid aan de genocide in Gaza niet onder stoelen of banken steken, zich ongemakkelijk moeten beginnen voelen. Wie Israël blijft steunen zal voortaan niet langer ongestraft vrijuit kunnen gaan.

Uiteindelijk heeft het belangrijkste resultaat van deze bevindingen van het ICJ te maken met de enorme rol die systematische verdoezeling – in gewone taal: het liegen – speelt voor het Israëlische regime en zijn samenleving. Al diegenen die lange tijd Israëls systematische misdaden hebben aangeklaagd en opriepen tot verzet daartegen, zowel buiten als binnen Palestina, hebben nu in feite het hoogste gerechtshof van de wereld aan hun kant. Er is voortaan geen ruimte meer voor meningsverschillen over wat Israël doet, en aangezien dat nu geregeld is, zijn er geen argumenten meer om het te blijven verdedigen. De bevindingen van het ICJ zullen geen onmiddellijke wereldschokkende veranderingen teweeg brengen, maar de wereld verandert wel en ze zullen daarin een belangrijke rol hebben gespeeld.

Door Tarik Cyril Amar, een historicus uit Duitsland, werkzaam aan de Koç Universiteit in Istanbul, over Rusland, Oekraïne en Oost-Europa, de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, de culturele Koude Oorlog en de politiek van het geheugen

Bron: What the top UN court’s ruling means for Israel (gecensureerd in de EU; mag vrij gedeeld worden op sociale media)

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!