De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Spreek met elkaar over uw vreugde en uw verdriet

vrijdag 27 januari 2023 10:23
Spread the love

In De Standaard verscheen een interessante deelname van filosoof Johan Braeckman, Maarten Boudry en collega Filip Beukens uit Leuven aan het debat over de werking van de menselijke geest. Deze visie op de geest lijkt echter enigszins in kortsluiting te gaan met wat Psychologen uit het werkveld meemaken, ervaren, horen en… te lijden krijgen

Onbewuste?
Persoonlijk merk ik door jaren aandachtige observatie dat er zich geregeld bepaalde bewustzijnsvormen in mijn geest voordoen die onder de drempel van het heldere, actieve bewustzijn blijven. Even later wordt ik mij van deze (zintuiglijke indrukken) soms wél bewust. In die zin volg ik Freud die sprak over het bestaan van een onder- of On-bewuste. Ook de herinnering aan dagen met grote emoties of aan momenten van strijd draag je mee, al blijven die meestal onder de drempel van het bewustzijn. Dat de kritische wetenschapsfilosofen uit Gent hier hun bijdrage leveren is niet slecht. Hun tekst in de krant is niet onjuist of onwaar. Het is goed dat ze specifiëren dat de Freudianen zoals Lacan het hebben over een tálig onbewuste. Ze maken duidelijk dat dit heel waarschijnlijk grotendeels een fictie is.

1989 KU Leuven
Ik herinner mij pertinent uit de cursus Psychoanalyse die ik bij prof Jozef Corveleyn volgde kort na mijn afstuderen als historicus in 1988, dat die professor een grote tegenstelling in onopgeloste vorm bracht: eerst merkte hij op dat Sigmund Freud zelf stelde (we kregen het letterlijke citaat) dat het onbewuste was als “een brij, een soep zonder ordening”. Enkele weken later bij de behandeling van Freuds leerling Lacan, (die notoir geregeld met onbegrijpelijk-moeilijke woorden speelde tijdens “obscurantistische” lessen voor le beau monde van Parijs, tegen hoge tarieven), vernamen wij als studenten dat deze stelde “L’ inconscient est structuré comme une language “. – “Het onbewuste is opgebouwd als een taal.” Dat leek mij meteen niet evident; ik bedacht dat die indruk van structuur wellicht voortkwam uit perceptie van degene die met behulp van het ‘rooster’ van taal & woorden naar dat onbewuste ‘afdaalt’. De tegenstelling tussen de stelling van S. Freud en de leerling met de charlatan- facetten viel mij op, en ik sprak er de docent over aan. Die gaf toe dat de uitspraak van Lacan blijkbaar deze van Freud was “vergeten” en ermee vloekte.

Ernstige therapie?

Dus, je zou kunnen de bedenking maken dat sommige “psychoanalytici” een taalspelletje spelen dat ze zelf ernstig nemen, maar waarmee ze zichzelf, publiek en patienten echter een rad voor de ogen draaien. Persoonlijk heb ik acht jaar lang als hulpverlener bij Tele-Onthaal bewezen dat het mogelijk is, voor iemand met talent, grondige vorming en toewijding, en wanneer belastende werkdruk afwezig blijft, om mensen in mentale nood, zelfs bij gevallen met acute psychose-crisis, bij te staan op vriendelijke en effectieve manier zonder geregeld mijn toevlucht te nemen tot allerlei taal-associaties.

Onbewuste, mentale pijn en taal, zij lijken geen essentiële betekenisvolle raakvlakken te hebben. Het is bovendien waar dat sommige psychologen en filosofen in vreemde, verwarrende taal schrijven, Lacan en Sartre voorop, iets waar een helder denkende filosoof als Roger Scruton zich naar mijn gevoel terecht over opwond en  zich verontwaardigde.

(Wanneer een mens m/ v door verliefdheid of geilheid door intense emoties gaat, kunnen er zich wel vlot allerlei talige of beeldige associaties aan de geest opdringen. Iets waar poëten wel eens hun creatief voordeel mee doen. Zoals Baudelaire die een deel van zijn bundel Les Fleurs du mal op de huid van de rug van zijn minares zou hebben uitgeschreven. 😃)

 

Frontsoldaten als  inspiratie

Het bovenstaande gezegd zijnde, lijkt er mij nog een ander belangrijk aspect aan dit debat. Problematische gevolgen lijken mij er voor de betrokken idealen en waarden toch te ontspruiten aan de disjunctie tussen mensen van de praktijk – die het vuile, lastige werk doen – en academische… scherpslijpers.

Generale Staf

Laat mij een metaforische vergelijking maken om een en ander te verduidelijken en in perspectief te plaatsen. De filosofen in kwestie die in de krant de verzorgenden de les spellen, herinneren mij er aan hoe op het einde van de tweede wereldoorlog een van de redenen van de instorting van de Duitse troepen en de ondergang van het Derde Rijk lag in de kortsluiting die zich toenemend voordeed tussen de generale staf rond Hitler, Keitel en Jodl in de bunker in Berlijn en de officieren en gewone soldaten aan het front, onder andere in gevecht tegen de Russische overmacht. Hitler verplaatste vol eigendunk en met krampachtige messiaanse betrokkenheid bij het lot van zijn natie dagelijks vlaggetjes op de kaart, maar de divisies die daaraan beantwoordden, waren zo goed als spooklegers. Vaak zeer sterk uitgedund door niet gecompenseerde verliezen, grotendeels bestaand uit jonge, onervaren soldaten die bovendien slecht voorzien waren van materieel, wapens, munitie en voedsel.

De filosofen die de hulpverleners kapittelen zouden o.i. anders praten, wanneer zij meer contact hadden met de werkvloer. Zoals militaire stafleden en generaals betere beslissingen nemen wanneer zij bezoeken aan het front brengen, waar het bommen en granaten van tanks, mortieren en kanonnen regent, waar de manschappen soms in ondergrondse holen leefden, vaak met gebrek aan voedsel.

Schermwerking

De oude wijze Chinezen die aan bod komen in de Zuang Zi, een van de grote boeken van het Taoïsme, stellen dat je om het verlichte, goede leven te bereiken, moet omgaan met mensen en problemen alsof er een scherm tussen jou en de realiteit staat. In de psychiatrische en therapeutische praktijk lijkt dit precies wat hulpverleners nodig hebben. De verhalen van angst, verwarring en pijn komen vaak stevig binnen, waardoor personen in deze beroepen effectief enkele jaren minder lang leven (cijfers uit studies door prof psychiater Piet Nijs, zoals Imperium op drift). De trauma ‘s die mensen doormaakten, ze raken er vaak deels van bevrijd door erover te vertellen, de feiten in woorden of tekeningen uit te drukken, eraan expressie te geven. De therapeuten en verzorgers worden echter in dit dialogaal proces geregeld zelf gekwetst, een fenomeen dat bekend staat onder de naam ‘secundaire traumatisering’.

 

 

Misschien moeten lesgevers en theoretici die buiten de relatie gekwetste patiënt – therapeut staan, die laatsten toch maar hun gekozen “scherm” gunnen. Een scherm van woordspelingen dat hen toelaat wat afstand te creëren met de zieke/hulpbehoevende en dat de pijn en last enigszins helpt evacueren.

Leermoment
We mogen de last van het beroep van hulpverlener bij psychische pijn en nood niet onderschatten, in het bijzonder in tijden van wachtlijsten, waarin overvraagd worden dreigt. Deze werkers kunnen zich de arbeid allicht wat doenbaarder maken door zichzelf goed voor te houden: “Deze klacht is [voor mij vooral] een Verhaal. Ik ben niet de reddende engel die de medemens die voor mij staat uit de klauwen van het kwaad en de ondergang moet redden, tot elke prijs.”

Enig escapisme moet kunnen. De chirurg

Misschien moeten wij hen deze lichte vorm van escapisme gunnen. De tandarts bekijkt ook graag in “tunnelzicht” de tandwortelkanalen door de microscoop, om onthecht goed werk te leveren, hij is evengoed tevreden dat van hem niet geëist wordt dat hij de patiënt gedurig in de ogen kijkt. De chirurg legt een doek over het gezicht en het lichaam waarin hij of zij moet snijden. De theorie van het onbewuste laat de therapeut toe zich op de taal, het verhaal van de lijdende mens te concentreren en niet teveel ontredderd te raken door de persoon in kwestie en zijn zorgen en misvormingen.

Wees zelf een goed, volkomen mens

Misschien is dit ook juist een les die de burger uit dit debat mag trekken: laten wij gevolg geven aan de oproep van “verdrietdokters” als Dirk De Wachter waar die ons oproept:

“Wij professionele hulpverleners kunnen de toevloed aan hulpvragen niet aan. Mensen, ga opnieuw bij elkaar te rade! Praat met elkaar!”

Wees gastvrij en neem tijd om naar elkaars verhaal te luisteren. Durf vragen of je bij je naaste op verhaal mag komen. Vrees het contact niet, ga er niet van uit dat de zorgen van de ander jou zullen bezwaren en sluit je niet op in jezelf vanuit de gedachte, “Ik heb zelf al genoeg zorgen!” Ga er in tegendeel van uit dat het klopt wat het traditionele gezegde ons belooft:

“Gedeelde vreugd is dubbele vreugd,
Gedeelde smart is halve smart!”

In die zin begrijp ik het pleidooi van therapeutisch actieve psychologen als een Ariane Bazan om de inzichten en principes van de psycho-analyse niet meteen allemaal bij het oud vuil te zetten.

Epiloog. Kijk naar de Roker

Ik vind zoals bepaalde anderen de verdediging met groot omhaal van ingewikkelde redeneringen en uitgebreide woordkastelen die Ariane Bazan en anderen nu op het sociale medium Facebook bieden ook niet goed. Zoals Cicero, of was het Seneca, al stelde: “Wie zich te uitgebreid verdedigt, maakt zich verdacht.” Mogen wij echter van een mens verwachten dat hij zijn (beroeps)trots voetstoots opgeeft? Dat zou naïef zijn, dat zou getuigen van weinig mensenkennis.
Fierheid is heel belangrijk voor mens en dier. Kijk maar eens hoe trots de gemiddelde haan doorheen zijn hok paradeert. Wie zijn kwetsbaarheid als argument inzet, maakt zich potentieel extra kwetsbaar.

Vergelijk het met tabak roken: mensen, niet alleen personen in zware, gevaarlijke en vuile beroepen zoals frontsoldaten en vuilnismannen kunnen de sigaret of de pijp absoluut niet missen. Volgens mij evident omwille van de grote troost die het zuigen geeft, met de warmte op de lippen, die via een geheugenspoor naar de zalige, ( en veilige!) tijd als baby-aan-de-moederborst terugvoert. Rokers stellen zich echter steevast integendeel graag voor als stoer, zoals de cowboys en avonturiers destijds in de reclame van respectievelijk Marlboro en Camel.

Zoals wel vaker het geval is, lijkt mij de oplossing van een vraagstuk wel degelijk het best binnen bereik te komen door de dingen in hun brede context te zien, te plaatsen. Met inzet van menselijke compassie en met oog voor onze persoónlijke verantwoordelijkheid. Niet door te staren naar deelaspecten of te spreken vanuit eng eigenbelang van onze persoonlijke beroepsgroep. In die zin heb ik de openhartige duiding van Dirk De Wachter over zijn beroepsgroep als besluit toegevoegd aan bovenstaande analyse.

 

In een volgende blog ga ik verder op deze kwestie in: het-onbewuste-bestaat-wel-het-is-tegelijk-duister-en-functioneel-voor-de-gekwelde-mens/

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!