Tijdens Steadfast Noon, dit jaar voornamelijk in en rond Italië gehouden van 19 tot 26 oktober, oefenden 13 NAVO-landen het koppelen van de nieuwe bom B61-12 aan gevechtsvliegtuigen, met name de F-35, en het transporteren naar een doelwit. De bom heeft een navigatiesysteem via satellieten en haar explosiekracht is regelbaar, wat de kansen op inzet ervan verhoogt. De bom kan bunkers penetreren, maar ook op het slagveld worden ingezet als “tactisch” wapen, in het bijzonder in een “zwaar omstreden omgeving”.
Om zeker te zijn dat een vliegtuig met een atoombom zijn doel bereikt en veilig terugkeert, is een begeleidingssysteem voorzien: jachtvliegtuigen escorteren de bomdrager en speciale vliegtuigen met radardetectie sporen de vijandelijke radar op en vernietigen die. De oefening voorzag ook in een stresstest: hoe reageren als er een vijandelijke tegenaanval of afweer is?
Het belangrijkste aan deze oefening is niet de gedachte dat Europa veiliger wordt, maar wel dat de drempel voor het gebruik van kernwapens flink verlaagd wordt. De VS hebben het alleen over de inzet ervan ver van hun eigen grondgebied, terwijl de radio-actieve besmetting van lange duur toch voor Europa zou zijn. Moeten wij ons daarbij lekker veilig voelen?