Essay - Vijay Prashad, Tricontinental,

Tien stellingen over hedendaags nieuw extreemrechts

Fascisme is volgens Indiaas-Amerikaans auteur Vijay Prashad een ontoereikende term, omdat het de intimiteit tussen de hedendaagse liberale en extreemrechtse krachten ontkent. Hij presenteert in deze analyse tien stellingen om de 'intieme omhelzing' tussen reëel liberalisme en extreemrechts en de opkomst van dit bijzonder type van extreemrechts te begrijpen.

vrijdag 23 augustus 2024 10:37
Spread the love

 

Er is wijdverspreide opschudding over hoe de opkomst van Donald Trump sinds 2016 als serieuze kandidaat voor het VS-presidentschap moet worden begrepen.

Trump is echter geen geïsoleerd fenomeen. Hij is aan de macht gekomen samen met andere sterke mannen zoals Viktor Orbán (premier van Hongarije sinds 2010), Recep Tayyip Erdoğan (president van Turkije sinds 2014) en Narendra Modi (premier van India sinds 2014).

Het lijkt erop dat zulke mensen, die aan de macht kwamen en hun heerschappij verstevigden via liberale instellingen, onmogelijk democratisch kunnen worden weggestemd.

Het is duidelijk geworden dat er een rechtse verschuiving plaatsvindt in liberaal-democratische staten waar de Grondwet de nadruk legt op meerpartijenverkiezingen, maar tegelijkertijd ruimte laat voor de geleidelijke instelling van een eenpartijstelsel.

Het concept ‘liberale democratie’ was en is zeer omstreden. Het is ontstaan in de 18de en 19de eeuw in de schoot van Europese en Amerikaanse koloniale machten.

Het concept pleit voor interne pluralisme en tolerantie, voor de rechtsstaat en voor de scheiding van machten. Die ideeën liepen parallel met hun koloniale veroveringen en met hun inzet van de staat om de klassenmacht te behouden over de eigen samenlevingen.

Het huidige liberalisme valt nog moeilijk te rijmen met het feit dat de landen van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) 74,3 procent van de wereldwijde militaire uitgaven voor hun rekening nemen.

Landen met een Grondwet die verkiezingen tussen meerdere partijen voorschrijft, zien in toenemende mate de geleidelijke vestiging van wat in feite een eenpartijstelsel is.

Dit eenpartijstelsel wordt soms gemaskeerd door het bestaan van twee of zelfs drie partijen die de realiteit moeten verhullen dat ze de facto onderling inwisselbaar zijn.

Het is duidelijk geworden dat er – en niet alleen via verkiezingen – een nieuw soort rechts is ontstaan, een soort rechts dat dominantie verwierf op cultureel, maatschappelijk, ideologisch en economisch gebied.

Intieme omhelzing tussen liberalisme en extreem-rechts

Dit nieuw soort rechts is niet noodzakelijkerwijs nog langer bezig met het omverwerpen van de normen van de liberale democratie. In navolging van de geschriften van onze overleden vermaarde academicus Aijaz Ahmad (Indiaas-Amerikaanse filosoof, 1941-2022) noem ik dit verschijnsel ‘de intieme omhelzing tussen liberalisme en extreem-rechts’.

Het gebruik van de term ‘intieme omhelzing’ maakt tevens meteen duidelijk dat er geen noodzakelijke tegenstelling bestaat tussen liberalisme en extreemrechts. Het liberalisme is geen schild tegen extreemrechts en nog veel minder een mogelijk tegengif.

Vier theoretische elementen zijn de sleutel tot het begrijpen van deze ‘intieme omhelzing’ en de opkomst van dit bijzondere type van extreemrechts:

1. Het neoliberale bezuinigingsbeleid in landen met liberale electorale instellingen heeft de sociale welvaartssystemen vernietigd, die nochtans door het bestaan van liberale gevoeligheden mogelijk waren gemaakt. Het falen van de staat om voor de armen te zorgen, veranderde in hardheid tegenover hen.

2. Zonder een serieuze toewijding aan sociale voorzieningen en herverdelingsprogramma’s dreef het liberalisme zelf af naar een wereld van extreemrechts beleid. Dat betekent: meer uitgaven voor het interne repressieapparaat dat arbeidersbuurten en internationale grenzen bewaakt; een steeds krimpende verdeling van sociale goederen die alleen nog worden uitgekeerd als de ontvangers zich laten beroven van fundamentele mensenrechten (zoals door ‘in te stemmen’ met verplichte geboortebeperking).

3. Dit bijzondere type van extreemrechts wordt steeds meer geaccepteerd als een politieke kracht dankzij de beleidsbochten die de liberale partijen maakten op basis van extreemrechtse pleidooien. Met andere woorden: de tendens om leentjebuur te spelen bij extreemrechts, zorgde ervoor dat extreemrechts mainstream werd.

4. Ten slotte verenigden de politieke krachten van het liberalisme en extreemrechts zich over de hele lijn om de greep van links op de instellingen te verkleinen. Extreemrechts en zijn liberale soortgenoten hebben inzake klassesympathieën geen fundamentele economische disputen. In de imperialistische landen zijn de standpunten over het behoud van de VS-hegemonie, de vijandigheid en minachting jegens het Zuiden en het toegenomen jingoïsme (extreem nationalistisch chauvinisme) zeer sterk met elkaar verweven. Dat blijkt overduidelijk uit hun volle militaire steun voor de Israëlische genocide op de Palestijnen.

Na de nederlaag van het Italiaanse, Duitse en Japanse fascisme in 1945 maakten commentatoren in het Westen zich zorgen over het ontstaan van extreemrechts in hun eigen samenlevingen.

Ondertussen erkenden de meeste marxisten dat extreemrechts niet uit het niets was ontstaan, maar uit de tegenstrijdigheden van het kapitalisme zelf. De ineenstorting van het Derde Rijk was slechts een fase in de geschiedenis van extreemrechts en de ontwikkeling van het kapitalisme: extreemrechts zou opnieuw opduiken, misschien in andere kleren.

In 1964 schreef de Poolse marxist Michał Kalecki (1899-1970) het prikkelende artikel The fascism of our times. In dat essay zei Kalecki dat de nieuwe soorten fascistische groeperingen die in die tijd opkwamen “een beroep deden op de reactionaire elementen van de brede massa van de bevolking” en dat ze “werden gesubsidieerd door de meest reactionaire groepen van het grootkapitaal”.

Maar, schreef Kalecki, “de heersende klasse als geheel – ook al koestert ze niet het idee dat fascistische groepen de macht zouden moeten grijpen – doet geen enkele moeite om ze te onderdrukken en beperkt zich tot berispingen wegens hun al te ijverig gedrag.”

Deze houding bestaat vandaag nog steeds: de heersende klasse vreest niet zozeer de opkomst van deze fascistische groepen, wél hun ‘buitensporige’ gedrag, terwijl de meest reactionaire delen van het grootkapitaal deze groepen ondertussen financieel steunen.

Wie heeft tanks nodig als banken reeds het vuile werk opknappen?

Anderhalf decennium later, toen Ronald Reagan op het punt leek te staan VS-president te worden, publiceerde socioloog Bertram Gross (1912-1997) Friendly Fascism: The New Face of Power in America (1980).

Dit boek putte rijkelijk uit The Power Elite (1956) van C. Wright Mills en uit Monopoly Capital: an Essay on the American Economic and Social Order (1966) van socioloog Paul A. Baran en econoom Paul M. Sweezy.

Gross stelde dat, aangezien grote monopoliebedrijven de democratische instellingen in de VS hadden gewurgd, extreemrechts geen jakhalzen en hakenkruizen meer nodig had: daar zouden de instellingen van de liberale democratie wel zelf voor zorgen. Wie heeft er tanks nodig als de banken reeds het vuile werk opknappen?

De waarschuwingen van Kalecki en Gross herinneren ons eraan dat de intieme relatie tussen liberalisme en extreemrechts geen nieuw fenomeen is, maar een die voortkomt uit de kapitalistische oorsprong van het liberalisme. Het liberalisme was nooit iets anders dan het vriendelijke gezicht van de normale wreedheid van het kapitalisme.

Liberalen gebruiken het woord ‘fascisme’ om zich te distantiëren van extreemrechts. Dit gebruik van de term is eerder moralistisch dan precies, omdat het de intimiteit tussen het liberalisme en extreemrechts ontkent.

Daarom heb ik tien stellingen geformuleerd over bijzonder extreemrechts. Ik hoop dat ze discussie en debat zullen uitlokken. Dit is een voorlopige verklaring, een uitnodiging tot dialoog.

Stelling Eén

Extreemrechts van dit bijzondere type maakt zoveel mogelijk gebruik van democratische instrumenten. Het gelooft in het proces dat bekend staat als de ‘lange mars door de instellingen’, waarbij het geduldig politieke macht opbouwt en de permanente instellingen van de liberale democratie bevoorraadt met kaders. Die drukken vervolgens hun standpunten door in het mainstream denken.

Onderwijsinstellingen zijn ook de sleutel tot dit bijzondere type van extreemrechts, aangezien zij de cursusboeken voor studenten in hun respectieve landen bepalen. Dit speciale type van extreemrechts hoeft deze democratische instellingen niet opzij te schuiven, zolang ze niet alleen de weg naar macht over de staat, maar ook die over de maatschappij vrijmaken.

Stelling Twee

Bijzonder extreemrechts is bezig met het afslanken van de staat en het overhevelen van zijn functies naar de privé-sector. In de VS bijvoorbeeld vermindert de neiging tot bezuinigen de kwantiteit en kwaliteit van toplui die de staat beheren, zoals bij het VS-ministerie van Buitenlandse Zaken.

Veel van de functies van dergelijke, geprivatiseerde instellingen, worden ingevuld onder auspiciën van niet-gouvernementele organisaties, geleid door nieuw opkomende miljardair-kapitalisten zoals Charles Koch, George Soros, Pierre Omidyar en Bill Gates.

Stelling Drie

Bijzonder extreemrechts gebruikt het repressieve apparaat van de staat zoveel als wettelijk is toegestaan om zijn critici het zwijgen op te leggen en economische en politieke oppositie te demobiliseren.

Liberale grondwetten bieden veel ruimte voor dit soort bezigheden. Liberale politieke krachten hebben er in de loop van de tijd van geprofiteerd om elk verzet van de arbeidersklasse, de boerenstand en links de kop in te drukken.

Stelling Vier

Bijzonder extreemrechts zet de meer fascistische elementen binnen zijn politieke coalitie aan tot een homeopathische dosis geweld in de samenleving om angst te creëren. Ze doen dat zo gedoseerd dat ze de mensen niet tegen zich in het harnas jagen.

Wereldwijd zoeken de meeste mensen uit de middenklasse naar gemak. Ongemak (zoals veroorzaakt door rellen, etc.) stoort hen. Een aanslag op een arbeidersleider of een bedreiging van een journalist wordt echter zelden toegeschreven aan dit bijzondere type van extreemrechts, dat vaak haastig elke directe associatie met (haar) fascistische randgroepen ontkent, hoewel ze er organisch mee verbonden is.

Stelling Vijf

Bijzonder extreemrechts biedt een gedeeltelijk antwoord op de eenzaamheid die verweven zit in het weefsel van de geavanceerde kapitalistische samenleving. Deze eenzaamheid is het resultaat van de vervreemding, veroorzaakt door onzekere werkomstandigheden en lange werkdagen. Ze tast de mogelijkheden aan om een levendige gemeenschap en een sociaal leven te creëren.

Extreemrechts bouwt geen echte gemeenschap op, behalve als het gaat om haar parasitaire relatie met religieuze groeperingen. In plaats daarvan ontwikkelt het zijn idee van ‘gemeenschap’: de gemeenschap van het internet of de gemeenschap van massamobilisaties van individuen of de gemeenschap van gedeelde symbolen en gebaren.

De immense honger van mensen naar gemeenschap, wordt door extreemrechts slechts in schijn aangeboden, terwijl de essentie van eenzaamheid verglijdt tot woede in plaats van tot liefde.

Stelling Zes

Bijzonder extreemrechts gebruikt de nabijheid van privé-mediaconglomeraten om zijn discours te normaliseren. Het gebruikt zijn relaties met de eigenaars van sociale media om de maatschappelijke aanvaarding van zijn ideeën te vergroten.

Dit zeer agitatorische discours creëert een razernij die delen van de bevolking online of op straat mobiliseert om deel te nemen aan betogingen. Bij die demonstraties blijven de deelnemers echter individuen in plaats van leden van een collectief. Het gevoel van eenzaamheid, veroorzaakt door kapitalistische vervreemding, wordt er voor een moment gedempt, maar niet overwonnen.

Stelling Zeven

Bijzonder extreemrechts is een tentakelachtige organisatie, met wortels in verschillende sectoren van de samenleving. Het opereert overal waar mensen samenkomen, of het nu in sportclubs is of in liefdadigheidsorganisaties.

Extreemrechts streeft ernaar een massabasis in de samenleving op te bouwen die wortelt in de identiteit van de meerderheid op een bepaalde plaats (of dat nu ras, religie of een gevoel van nationaal zijn is). Het doet dat door elke minderheid te marginaliseren en te demoniseren.

In veel landen vertrouwt extreemrechts ook op religieuze structuren en netwerken om een conservatieve kijk op de samenleving en het gezin almaar dieper te verankeren.

Stelling Acht

Bijzonder extreemrechts valt de machtsinstellingen aan die de fundering zijn van hun sociaal-politieke basis. Het creëert de illusie dat het volks is in plaats van elitair, terwijl het in feite diep verankerd zit in de oligarchie.

Het creëert de illusie van het volkse door een zeer mannelijke vorm van hypernationalisme te ontwikkelen, waarvan de decadentie in zijn lelijke retoriek naar buiten druipt. Extreemrechts maakt gebruik van de testosteronkracht van dit hypernationalisme en speelt tegelijkertijd een geportretteerd slachtofferschap uit tegenover de macht.

Stelling Negen

Bijzonder extreemrechts is een internationale formatie, georganiseerd via verschillende platforms zoals The Movement van Steve Bannon (in Brussel), het Forum Madrid van de Vox-partij (Spanje) en de anti-LGBTQ+ Fellowship Foundation (Seattle, VS).

Deze groepen wortelen in een politiek project in de Atlantische wereld dat de rol van rechts in het Zuiden versterkt en hen de middelen verschaft om hun rechtse ideeën uit te diepen op plaatsen waar ze weinig vruchtbare grond hebben.

Ze creëren nieuwe ‘problemen’ waar ze voorheen niet, of niet op die schaal, bestonden. Denk maar aan de ophef over seksualiteit in Oost-Afrika. Deze nieuwe ‘problemen’ verzwakken volksbewegingen en versterken de greep van rechts op de samenleving.

Stelling Tien

Hoewel bijzonder extreemrechts zich kan presenteren als een wereldwijd fenomeen, zijn er verschillen tussen hoe het zich manifesteert in de leidende imperialistische landen versus het Mondiale Zuiden.

In het Noorden verdedigen zowel liberalen als extreemrechts met hand en tand de privileges die ze de afgelopen vijfhonderd jaar in het Zuiden hebben verworven door er met militaire en andere middelen te plunderen. Ondertussen heerst er in het Zuiden een algemene tendens onder alle politieke krachten om een eigen soevereiniteit te vestigen.

In een periode die gekenmerkt wordt door hyperimperialisme pleit bijzonder extreemrechts ervoor de realiteit van die afschuwelijke macht te maskeren, door te doen alsof het zich bekommert om geïsoleerde individuen, terwijl het ze ondertussen ernstige schade berokkent. Het kent de menselijke dwaasheid goed en aast erop.

 

Het artikel Ten Theses on the Far Right of a Special Type is Newsletter 33 van het Tricontinental Institute en werd vertaald door Jan Reyniers.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!