Herman Brusselmans. Foto: Dirk Annemans / CC BY-SA 4.0
Opinie, Analyse -

Over woorden, daden en het verschil tussen Herman Brusselmans en Bezalel Smotrich

Het is opmerkelijk dat er in het commerciële mediaspektakel meer heisa is omtrent de woorden van een schrijver dan die van een politicus die zegt dat het juist en gerechtvaardigd is om 2 miljoen burgers te laten sterven van de honger.

maandag 19 augustus 2024 16:42
Spread the love

 

“Het zou juist en gerechtvaardigd zijn om 2 miljoen burgers te laten sterven van de honger.” Dat zei de Israëlische minister van Financiën Bezalel Smotrich.

Woorden en daden

Het gaat niet enkel om wat hij zegt. Met wat hij zegt maakt hij ook de genocidaire intentie duidelijk van wat hij aan het doen is, want Israël is effectief bezig de 2 miljoen mensen in Gaza uit te hongeren.

De genocide is geen kwestie van woorden. Het gaat niet om een reeks ongepaste uitspraken. Het gaat om de systematische verdrijving en uitroeiing van een volledige bevolkingsgroep.

En toch zijn woorden belangrijk. Toch is het des te schokkender dat men de genocide niet eens meer tracht te verhullen, maar openlijk het woord bij de daad voegt. Deze woorden jagen angst aan, omdat een cyclus dreigt waarin woorden worden gebruikt die dienen ter verdediging van misdaden.

Dat de woorden van de Israëlische minister shockeren is des te meer het geval, omdat Smotrich een politicus is en de macht van een politicus bestaat er nu net uit dat wanneer hij spreekt elk woord als een daad beschouwd moet worden.

Wanneer we zeggen dat de Israëlische regering een genocide pleegt, betekent dat niet dat ze eigenhandig Palestijnen ombrengen, wel dat ze de bevelen daartoe geeft, in de vorm van woorden. Een politicus die zegt dat het gerechtvaardigd is om 2 miljoen burgers te laten sterven, die vertelt aan zijn leger dat ze het leven van die burgers als waardeloos mag beschouwen.

De schrijver en de politicus

Of een politicus nu een toespraak houdt, een wettekst opstelt of vergadert, heel de tijd leeft de politicus in een woordenwereld, maar waar het om gaat is de verbinding tussen die woordenwereld en de daden die op zijn bevel gesteld worden in de echte wereld. Heel anders is het werk van een schrijver. Die leeft slechts in de echte wereld voor zover die materiaal aanlevert dat kan worden omgezet in de woordenwereld.

Een groot voordeel dat de schrijver daarmee heeft, is dat die door het tussen haakjes zetten van de ideologische bril en de tijdelijke opschorting van het oordeel over hoe men naar de wereld zou moeten kijken, de ruimte heeft om de wereld en al de gevoelens en gedachten die ze voortbrengt, in al hun onvolkomenheid en lelijkheid te tonen zoals ze zijn.

Laten we er een aantal woorden van een schrijver bij nemen:

“Ik zie een beeld van een huilend en schreeuwend Palestijns jongetje dat helemaal buiten zinnen om z’n onder het puin liggende moeder roept, en ik beeld me in dat dat jongetje m’n eigen zoontje Roman is, en de moeder m’n eigen vriendin Lena, en ik word zo woedend dat ik iedere Jood die ik tegenkom een puntig mes los door de keel wil rammen.”

Dat schreef Herman Brusselmans in zijn column in Humo. Brusselmans had ook kunnen schrijven dat hij bij het zien van die beelden dacht aan hoe enkel een onderhandelde oplossing op basis van de mensenrechten een uitweg biedt, maar dan zou wat hij schreef niet langer een literaire column zijn, maar een weinig geloofwaardig politiek pamflet. 

De geciteerde passage komt uit een column die in haar geheel gelezen dient te worden en op haar beurt weer onderdeel vormt van het bredere oeuvre van Brusselmans. Wie dat doet beseft heel goed dat Brusselmans niet echt Joden door de keel wil rammen, laat staan wil aanzetten om dit te doen.

Wel tracht Brusselmans hier door middel van de empathie zich voor te stellen hoe de beelden uit Gaza in een moment van zinsverbijstering gevoelens van haat kunnen opwekken bij zijn alterego. Gevoelens die overigens het moment daarop in de column ook meteen worden tegengesproken door zowel empathie als ratio. De volgende zinnen van de column luiden namelijk:

“Je moet er natuurlijk altijd bij denken: niet iedere Jood is een moorddadige rotzak, en om die gedachte vorm te geven maak ik me een voorstelling van een bejaarde Joodse man die door m’n eigen straat schuifelt, gekleed in een afgewassen hemd, een nepkatoenen broek en oude sandalen, en ik heb medelijden met hem en krijg bijna tranen in de ogen.”

Een bijkomend voordeel van literair taalgebruik ten opzichte van politiek taalgebruik is dat het ontsnapt aan de gestoorde letterlijkheid die de politiek kenmerkt. Door verschillende tegenstrijdige gevoelens en gedachten tegelijkertijd te vertolken, en tegelijkertijd door middel van ironische overstatements een zekere afstand in te bouwen tot elk van die gevoelens en gedachten, kan een schrijver recht doen aan de dubbelzinnigheid van elk spreken.

Het toelaten van die spanning maakt het mogelijk dat vanuit tegenover elkaar staande standpunten een reële denkbeweging kan ontstaan die in de politiek jammer genoeg zo zeldzaam is. Of dat zou toch de bedoeling moeten zijn. Of de poging geslaagd is, is nog een heel andere vraag.

Vrijheid en verantwoordelijkheid

Tegelijktertijd valt er iets voor te zeggen dat Brusselmans er zich van bewust had moeten zijn, dat zijn woorden uit de context zouden worden gehaald en in het (sociale) medialandschap zoals dat vandaag bestaat een eigen leven zouden kunnen gaan leven. Wellicht is het verantwoordelijk stellen van alle Joden voor de misdaden van Israël gekoppeld aan wraak, een gedachte die je in dat medialandschap beter niet tot uitdrukking brengt, zelfs al is het dan enkel als vluchtige gedachte van een personage.

Er is natuurlijk de artistieke vrijheid. Na de aanslagen op Charlie Hebdo waren velen geneigd om die als een absolute vrijheid te verdedigen, maar er valt toch iets voor te zeggen dat met die vrijheid ook de verantwoordelijkheid komt om rekening te houden met de maatschappelijke impact van wat men creëert.

Wanneer Brusselmans een politiek beladen thema in zijn werk binnenlaat, en er kan beargumenteerd worden dat het laf zou zijn om die thema’s kunstmatig uit zijn werk te laten, dan laat hij daarmee ook een politieke verantwoordelijkheid binnen. Die verantwoordelijkheid heeft hij niet voor zover hij schrijver is, maar eenvoudigweg voor zover hij naast schrijver altijd ook mens is.

Wellicht heeft hij het recht om te schrijven wat hij schreef, maar dat wil niet zeggen dat het een goed idee was om te schrijven wat hij schreef. Wat mag, moet daarom nog niet.

Een groot deel van de verdediging van de misdaden van Israël is gebaseerd op de foute aanname dat Israël heel het Joodse volk zou vertegenwoordigen. Brusselmans had beter moeten weten dan – al was het maar fictief – mee te gaan in die totaal verkeerde framing.

Focus houden

Wanneer we echter Brusselmans dit verwijten, dan analyseren we de woorden van Brusselmans zoals die van een politicus. Het is opmerkelijk hoe streng we zijn geworden in het beoordelen van de woorden van schrijvers in vergelijking met de woorden van politici.

Wanneer een politicus racistische uitspraken doet, dan komt die weg met de verdediging dat hij slechts heeft willen vertolken wat er leeft. Wanneer een schrijver iets vertolkt wat mogelijks leeft, dan krijgt die het verwijt zijn verantwoordelijkheid voor het effect van zijn woorden niet te nemen. Een merkwaardige omkering van de rollen is dat.

Terwijl het opinies regent over de woorden van Brusselmans, is er in het commerciële mediaspektakel amper opschudding over de genocidaire woorden van Smotrich. Laat staan dat het verband gelegd wordt met de woorden van De Wever die het had over ‘de kant van het licht tegen de krachten van de duisternis’. Nochtans hebben die woorden zeer reële daden tot gevolg.

Misschien moeten we het er eerst met z’n allen proberen over eens te raken dat het uithongeren van twee miljoen burgers niet kan, en als dat gelukt is, nog eens discussiëren over wat een schrijver al dan niet mag schrijven. Een kwestie van focus houden, denk ik, zo ongeveer, een beetje.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!