Standbeeld Kusikawsay in New York. Foto: Gobierno de colombia

Vrede in Colombia niet voor morgen

Overal waar hij komt en gaat, hamert de Colombiaanse president Gustavo Petro Urriego op het belang van zijn project voor “Totale vrede”, maar bij wijlen lijkt het alsof te veel partijen baat hebben bij een faliekante mislukking.

donderdag 1 augustus 2024 11:45
Spread the love

Voor een vredevol en gelukkig leven

In het vredespark van de Verenigde Naties in New York prijkt een nieuw standbeeld. Op 11 juli 2024 werd het plechtig ingehuldigd door de Colombiaanse president, Gustavo Petro Urriego. Het is een monument ter herdenking van de honderdduizenden slachtoffers van het geweld in Colombia. Het werd ontworpen door de Chileens-Colombiaanse kunstenaar, Mario Opazo, en is opgetrokken uit 4,5 ton omgesmolten kogels.

Het beeld kreeg de titel Kusikawsay, Quechua voor “een vredevol en gelukkig leven”. Het verbeeldt een half opgerichte kano die uit de grond lijkt te komen. De kano is een verwijzing naar de wijsheid van de Colombiaanse inheemse volkeren. In haar tocht over de Colombiaanse rivieren neemt de kano de herinneringen aan het verleden mee op weg naar een nieuwe toekomst. De oprichting van het monument maakt deel uit van de vredesakkoorden van 2016 tussen de Colombiaanse staat en de guerrilla van de FARC-EP.

Petro was in New York voor de bespreking van het voortgangsrapport van de Verificatiemissie van de VN in Colombia. Hij stond erop om in hoogsteigen persoon op de VN-Veiligheidsraad aanwezig te zijn. “La Paz Total” – de totale vrede – vormt de kern van zijn regeringsprogramma.

Grafiti ‘Paz Total’ in Colombia. Foto: Razón pública

De regering had de zitting grondig voorbereid in nauwe samenspraak met Comunes, de politieke partij van de vroegere FARC-EP. Diego Tovar, mede-ondertekenaar van de vredesakkoorden voor de FARC-EP, vergezelde Petro naar New York. De Colombiaanse president maakte hiermee een duidelijk statement dat de vredesakkoorden voor hem menens zijn.

Colombiaanse schyzofrenie

Het ongeloof over de uitslag van het referendum van oktober 2016 ligt bij vele Colombianen nog vers in het geheugen. Tot eenieders verbazing werd het akkoord met de FARC-EP afgeschoten. Met een nipte meerderheid van 65.000 stemmen stuurde het nee-kamp de overeenkomst terug naar afzender. Het moest opnieuw worden onderhandeld. De leider van de tegencampagne was voormalig president Álvaro Uribe, dezelfde man die in mei van dit jaar formeel in beschuldiging werd gesteld voor fraude, omkoping en manipulatie van getuigen.

Een studie van de ngo Fundación Ideas para la Paz over de resultaten van het referendum legt haarfijn de regionale verschillen bloot die tot op vandaag het vredesproces in Colombia bepalen. Het ja-kamp concentreerde zich in de regio’s die het verst van het centraal gezag verwijderd liggen, het minst participeren aan de ontwikkeling van het land en het meest getroffen worden door het geweld. Het neen-kamp won daar waar de staat effectief aanwezig is, de instellingen werken en de bevolking voelt dat ze deel uitmaakt van de maatschappij. Maar misschien nog opmerkelijker was de abnormaal grote gelatenheid en/of desinteresse bij de bevolking. 62,6 procent van de bevolking onthield zich bij de stemming.

Nergens in de wereld is de ongelijkheid zo groot als in Colombia. Deze ongelijkheid drijft op de hebzucht van degenen voor wie het aanhoudende geweld politiek en economisch perfect rendeert en vormt zo de perfecte voedingsbodem voor steeds meer geweld. Na 700.000 doden en miljoenen ontheemden wonen er in Colombia vele generaties die niet weten wat ze zich bij een leven in vrede moeten voorstellen. In Colombia is geweld al twee eeuwen lang de norm en wordt de vrede om allerlei redenen gedemoniseerd. Vandaar het voorstel van de regering Petro voor een “totale vrede” die het neerleggen van de wapens koppelt aan een hele reeks hervormingen die de achtergestelde regio’s in de rest van het land moeten integreren.

Ondertekening wet totale vrede 2022. Foto: Gobierno de colombia

Alarmklokken luiden

De Verificatiemissie van de VN is belast met het toezicht op de uitvoering van de vredesakkoorden van 2016. Om de drie maanden publiceert zij een voortgangsrapport. Het rapport dat in juli op de Veiligheidsraad werd voorgesteld, omhelst de periode van 27 maart tot 26 juni 2024. Daarin verwijst de missie in niet mis te verstane woorden naar de complexiteit van de huidige situatie, maar ze blijft hoopvol bij de vaststelling dat de regering Petro vastberaden is om concreet vooruitgang te boeken. Vooral het gebrek aan veiligheid van de ex-guerrillero’s en het aanhoudend geweld is zorgwekkend. Sinds de ondertekening van de akkoorden werden al 421 ex-guerrillero’s vermoord; 40 zijn vermist; 142 hebben een aanslag op hun leven overleefd.

Onlangs publiceerde het Programa Somos Defensores (“Wij zijn verdedigers”) haar jaarrapport 2023. Het programma is een initiatief van mensenrechtenorganisaties die de agressie tegen mensenrechtenactivisten en sociale leiders in kaart brengt en probeert te verhinderen. De titel van het rapport is veelzeggend: “Puntos suspensivos …” (“Puntje, puntje, puntje …”). Daarmee willen ze aangeven dat het verhaal van de vrede blijkbaar on hold werd gezet. Niet alle overheidsinstellingen die bij het vredesproces betrokken zijn, werken naar behoren en beetje bij beetje slinkt de hoop.

Iedereen is er zich van bewust dat de vrede in een land van Colombia niet van vandaag op morgen bij wet kan worden afgedwongen maar de agressie tegen sociale leiders en verdedigers van de mensenrechten blijft onaanvaardbaar hoog. Het gaat om moorden, bedreigingen, aanslagen, verdwijningen, gedwongen ontheemding, diefstal van informatie, willekeurige arrestaties, ontvoeringen, folteringen, seksueel geweld en rechtszaken op basis van valse beschuldigingen. In 2023 heeft Somos Defensores 168 moorden genoteerd op een totaal van 765 gevallen van agressie, of een gemiddelde van twee per dag. Dit is minder dan in 2022 (840 gevallen) maar de daling kan moeilijk significant worden genoemd.

Toenemende complexiteit

In haar rapport wijst Somos Defensores erop dat de huidige situatie onmogelijk kan worden vergeleken met het geweld aan het einde van de jaren 80 in de vorige eeuw, toen de regering van Belisario Betancourt vredesonderhandelingen aanknoopte met wat toen de Coordinadora Guerrillera Simón Bolivar was. Momenteel lopen er verspreid over het hele land zeven vredesprocessen met zowel politieke als niet-politieke en criminele organisaties. Voor elke categorie werd een specifiek juridisch kader ontworpen dat ook de strafmaat bepaalt.

Verschillende van deze organisaties leveren ook onderling strijd. Vaak zien zij in tijdelijke wapenbestanden die met de Colombiaanse staat worden onderhandeld, een opportuniteit om hun territorium verder uit te breiden. Zo is de beruchte Clan del Golfo (AGC) erin geslaagd om haar territorium uit te breiden van 253 naar 392 municipios; het ELN van 189 naar 231; de structuren van criminele organisaties van 141 naar 184; en de dissidentie van de FARC-EP van 230 naar 299. En steeds weer zijn het de meest kwetsbare gemeenschappen die hiervoor een zware prijs betalen.

Ook het Internationaal Comité van het Rode Kruis trekt aan de alarmbel. Naast de reeds eerder vermelde vormen van geweld, heeft het ICRK een toenemend aantal rekruteringen van kinderen vastgesteld en een ongebreideld gebruik van explosieve artefacten met alle desastreuze gevolgen van dien voor de plaatselijke bevolking. Het aantal intern ontheemden is onrustwekkend gestegen. Vorig jaar zochten bijna tweehonderdduizend personen elders een veiliger onderkomen. Onlangs heeft het ICRK een achtste gewapend conflict geïdentificeerd. Bij drie van de acht gewapende conflicten is het leger betrokken; de andere vijf worden uitgevochten tussen de illegale gewapende organisaties onderling.

Aan uitdagingen geen gebrek

Petro probeerde op de Veiligheidsraad een lans te breken voor het verlengen van het mandaat van de VN Verificatiemissie. Hij vraagt zeven jaar extra. Colombia heeft ook meer middelen nodig om de noodzakelijke territoriale ontwikkelingsprogramma’s effectief uit te voeren. Het opstellen van een nieuw wettelijk kader is slechts een eerste – en op zich al heel moeizame – stap maar een nieuwe wet dient tot niets als er geen middelen tegenover staan.

De regering Petro moet continu het hoofd bieden aan zware obstructie-manoeuvres van diegenen die decennialang de macht in handen hebben gehad en nu op de oppositiebanken zitten. Zij zijn niet verlegen om aan een sneltempo een zoveelste leugenachtig schandaal met veel kabaal via de media – die door hun gecontroleerd worden – de wereld in te sturen. De oppositie heeft maar één doel: het verhinderen van de hoogstnoodzakelijke hervormingen inzake fiscaliteit, landbouw, grondbezit, productie, gezondheid, onderwijs en justitie, want daar spint zij geen garen bij.

Ook binnen de eigen rangen van het Pacto Histórico, de linkse coalitie rond Petro, moet de president regelmatig orde op zaken stellen. Kabinetten herschikken en mandatarissen vervangen vanwege incompetentie, opportunisme en corruptie of gewoon uit noodzaak om de volgende generaties linkse en progressieve beleidsmakers klaar te stomen.

De tijd dringt. Petro is halverwege zijn mandaat. In 2026 zijn er nieuwe verkiezingen en de grondwet bepaalt dat hij zich niet herkiesbaar kan stellen. Bovendien verbiedt de grondwet dat het Pacto Histórico weer als coalitie opkomt. De dertien coalitiepartners zullen moeten beslissen of ze formeel samensmelten tot één partij, dan wel afzonderlijk de strijd aangaan. De geschiedenis van links in Colombia, waar allianties en coalities komen en gaan al naargelang vanwaar de politieke wind waait en de eigen persoonlijke ambities, leert dat dit geen sinecure is.

En alsof dat nog niet genoeg uitdagingen zijn, heeft de regeringsdelegatie het Ejército de Liberación Nacional Ejércitovoor het blok gesteld. Het ELN weigert om af te zien van haar ontvoeringspraktijken, omdat de losgelden een belangrijke bron van inkomsten zijn. En laat dat nu één van de voorwaarden zijn voor de regering om de vredesgesprekken verder te zetten.

Op zondag 3 augustus loopt het huidige staakt-het-vuren af en de regering eist dat het ELN klaar en duidelijk stelt of het echt vrede wil en de huidige patstelling wil doorbreken. Het ELN heeft alvast geantwoord met de viering van zijn 60-jarig bestaan in verschillende steden en departementen van het land, ook in de hoofdstad.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!