Chiquita-bananen. Foto: UggBoy UggGirl. Creative Commons Attribution 2.0
W. T. Whitney Jr., People’s World,

Chiquita en paramilitaire huurlingen lijden zwaar verlies in rechtszaak

Jarenlang hebben doodseskaders in Colombia straffeloos arbeiders en volksleiders geterroriseerd en vermoord. Voor het eerst worden enkele van hen nu berecht.

woensdag 3 juli 2024 13:16
Spread the love

 

Het kapitalisme heeft zich verspreid vanuit de geïndustrialiseerde landen en heeft daarbij ook zijn tentakels uitgestrekt naar andere landen en ze onderworpen en geplunderd door middel van oorlogen, slachtpartijen en misdadigers. Colombia heeft zich in de jaren 1970 vooral gespecialiseerd in misdadigers. Paramilitairen, schoktroepen in dienst van de rijken en machtigen van het land, zijn een arm van het officiële leger. Een recente uitspraak van een rechtbank in de VS heeft echter vraagtekens gezet bij de toekomst van de paramilitairen en de officiële reacties van de VS.

Een jury in de districtsrechtbank van West Palm Beach in Florida verklaarde op 10 juni Chiquita Brands, voorheen de United Fruit Corporation (UFC), schuldig aan financiële ondersteuning van de Verenigde Zelfverdedigingsstrijdkrachten van Colombia (Autodefensas Unidas de Colombia – AUC). Die paramilitaire organisatie opereerde sinds de jaren 1980 in de noordelijke regio’s van Columbia waar bananen geteeld worden.

De advocaten van Chiquita gaan beroep aantekenen maar ondertussen beveelt het arrest de onderneming tot het betalen van 38,3 miljoen dollar aan 16 familieleden van acht personen die door AUC- paramilitairen zijn vermoord. Chiquita had hen voorzien van wapens en munitie.

Het arrest verplicht Chiquita tot het betalen van 38,3 miljoen dollar aan 16 familieleden van acht personen die door paramilitairen zijn vermoord

Volgens EarthRights, wier advocaten de zaak voor de rechter brachten, “heeft Chiquita de AUC, [volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken van de VS] een als terroristisch bekend staande organisatie, bewust gefinancierd in de jacht naar winst. … Die gezinnen, die het slachtoffer werden van bewapende groepen en ondernemingen, bundelden hun macht en haalden hun slag thuis.” Geen enkele andere VS-onderneming is voorheen al veroordeeld geweest voor schending van de mensenrechten in het buitenland.

Uit getuigenissen bleek dat de AUC-paramilitairen actief het activisme van de arbeiders onderdrukten, zich verzetten tegen linkse guerilla’s en de dictaten van de onderneming oplegden aan individuele werkers. Volgens het rapport “breidden de paramilitairen met succes hun macht uit in de regio … door middel van moorden, verdwijningen en de ontheemding van duizenden”, met de hulp van Chiquita.

Veelplegers

De uitspraak van het hof komt er zeventien jaar nadat Chiquita in een schikking van 2007 had bekend dat het de VS-wet die financiële steun aan terroristische organisaties verbiedt, had geschonden. De onderneming gaf toe dat ze 1,7 miljoen dollars had betaald aan de paramilitairen van AUC voor “veiligheidsdiensten” over een periode van 1997 tot 2004, en incasseerde een boete van 25 miljoen dollar. De onderneming bleef wel enigszins gespaard: ze moest de identiteit van de directeuren die de illegale betalingen hadden goedgekeurd, niet bekendmaken.

Hierop volgden honderden rechtszaken tegen Chiquita in Colombia. Om daadwerkelijk schadevergoeding af te dwingen voor de gezinnen van de slachtoffers in Amerikaanse rechtbanken, voegden de advocaten onder leiding van Terrence Collingwood, die 173 gezinnen vertegenwoordigde, de vorderingen tegen Chiquita samen en besloten de onderneming te vervolgen in twee testcases (in de VS “bellwether cases” genoemd). Als ze daar een gunstige uitspraak konden bekomen, zouden ze de onderneming ook kunnen vervolgen voor de andere gezinnen. De rechtszaak die onlangs in West Palm Beach werd beslecht was de eerste testcase, de tweede begint op 15 juli.

Ook andere ondernemingen hebben een lange geschiedenis van financiële steun aan de Colombiaanse paramilitairen. Uit een recent rapport bleek dat Ecopetrol, Colombia’s grootste olie-onderneming, tot 5 % van de waarde van de door haar ondertekende contracten betaalde aan de paramilitairen, dat Bavaria Brewery de paramilitairen een deel toeschoof van elke dollar, afkomstig uit de verkoop langsheen de noordkust van het land, en dat distributeurs die samenwerkten met Postobón, Colombia’s grootste drankbedrijf, de paramilitairen dozen met flessen drank toestopten die ze voor eigen rekening mochten verkopen.

De Coca-Cola Company, die in de periode van 1990 tot 2002 contracten had afgesloten met paramilitairen om negen vakbondsmensen te vermoorden, werd door een Amerikaanse rechtbank vrijgesproken, enkel en alleen omdat de misdaden begaan waren buiten de VS. Ook het mijnbouwbedrijf Drummond met zetel in Alabama kreeg de vrijspraak ondanks gegronde klachten over betalingen aan paramilitairen voor de moord op drie arbeidsleiders tussen 1996 en 2001. En volgens een rapport uit 2017 werden de voedingsbedrijven Del Monte en Dole voor Colombiaanse rechtbanken gesleept voor “het financieren van rechtse paramilitaire groepen”.

Met haar eigen spoorwegen, zeehavens en schepen runnen de United Fruit Company (UFC) en haar nakomeling Chiquita bananenplantages in Panama, Colombia, Nicaragua, Costa Rica en Guatemala. Met haar aanwezigheid in 70 landen realiseerde Chiquita onlangs een jaarinkomst van 7,59 miljard dollar.

De oorspronkelijke bananenbazen

United Fruit Company, voorganger van Chiquita, eiste ooit 42 % van Nicaragua’s nationaal grondgebied op als eigendom. De agrarische hervorming die nadelig was voor de UFC-holdings aldaar, leidde in 1954 tot een Amerikaanse staatsgreep met ruggensteun van de CIA , die de naar links neigende regering van president President Jacobo Árbenz ten val bracht.

In 1928 gingen de plantagearbeiders nabij Santa Marta aan de Caraïbische kust van Colombia in staking. De UFC deed een beroep op een zeer bereidwillige Colombiaanse regering om troepen te sturen. Eenmaal ter plaatse openden die met machinegeweren het vuur op de stakers en hun gezinnen. Er vielen meer dan 1.000 doden, allemaal onder het voorwendsel van “communistische agitatie”.

Bijna een eeuw later wordt daar op een aangrijpende manier aan herinnerd, wanneer op 12 juni 2024, “… zo’n 5.000 arbeiders het werk neerlegden buiten Santa Marta, en de belangrijkste Caraïbische hoofdweg, Nationale Snelweg 90, blokkeerden.” Volgens het rapport “… vroegen de gemeenschappen de regering om een oplossing voor de gewelddadige onteigeningen, ontheemding en lockdown in hun gebied door paramilitaire groepen. De staking duurde drie dagen.

Op 4 juni mobiliseerde het Volkscongres over heel het land. De activisten, die “kleine boeren, Afrikaanse nakomelingen, inheemse volkeren vertegenwoordigen, alsook stedelijke vertegenwoordigers van de diversiteit van het Colombiaanse volk, blokkeerden vier grote snelwegen. In Bogotá bezetten ze het ministerie van Binnenlandse Zaken en de ambassade van het Vaticaan.

Paramilitarisme: de politiek van de oligarchie

Mensenrechtenleider Sonia Milena López verklaarde op een recente persconferentie: “Het paramilitarisme was en is nog altijd de politiek van de oligarchie, die wordt mogelijk gemaakt door de Colombiaanse staat.” Zij gaf een overzicht van de maatregelen die nodig zijn om het paramilitarisme te ontmantelen.

De regering, zo benadrukte ze, moet erkennen “dat er wel degelijk een nationale paramilitaire strategie bestaat op landelijk en stedelijk niveau, die een genocidaal proces tegen de volksbeweging wil ontwikkelen.” Ze moet “elke pretentie van politieke erkenning van paramilitaire elementen” of onderhandelingen met hen laten varen.

“Het paramilitarisme was en is nog altijd de politiek van de oligarchie”

Zij riep op tot “een onderzoek naar zij die [de paramilitairen] financieren en leiden, zowel in het staatsapparaat als in de privé,” en “… militaire officieren verwijderen … als er beschuldigingen of bewijzen zijn … van medeplichtigheid of gebrek aan effectief ingrijpen tegen de paramilitairen.”

In een interview rapporteerde Esteban Romero, woordvoerder van het Volkscongres, dat de paramilitairen grondgebied innemen, bevolkingen ontheemden en sociale leiders bedreigen en terroriseren. Hij zei dat de progressieve president Gustavo Petro de macht ontbeert om “een Colombiaans politiek regime” op te doeken “dat een paramilitair regime is, een regime dat privélegers heeft opgericht om sociale veranderingen tegen te gaan.”

Paramilitairen zijn gevaarlijk, beweerde analist Luis Mangrane: “Tussen 1985 en 2018 waren de paramilitaire groepen de belangrijkste verantwoordelijken voor de moorden tijdens het gewapende conflict [tussen de FARC en de Colombiaanse regering], met 45 % van de in totaal 205.028 slachtoffers. Dankzij hun ‘para-politiek’ tijdens de verkiezingen van 2002 veroverden ze een derde van de zitjes in het Congres.

De steun voor paramilitaire groepen is groot, niet in het minst in de VS. Het ziet ernaar uit dat de VS andermaal niet zal reageren op hun acties, tenzij het Colombiaanse leger meewerkt. Gezien de nauwe banden tussen de paramilitairen en het leger lijkt die mogelijkheid quasi onbestaand.

In een memo van het ministerie van Justitie van de VS uit 2001 staat te lezen: “Het Colombiaanse leger telt vijf divisies maar de paramilitairen zijn zo volledig geïntegreerd in de gevechtsstrategie van het leger, zo gecoördineerd met de soldaten op het terrein en verbonden met regeringseenheden … dat zij in feite een zesde divisie van het leger vormen.”

De Colombiaanse minister van Arbeid en lid van de Communistische Partij Gloria Inés Ramírez zegt in verband met de continue macht van de paramilitairen:

“In het kader van de ontwikkeling van het hedendaagse kapitalisme werden [p]aramilitairen almaar belangrijker … Het Colombiaanse kapitalisme blijkt nu een complexe socio-economische synthese te zijn van een traditionalistische en premoderne tendens rond landconcentratie enerzijds met een moderniserende tendens in kapitaalaccumulatie anderzijds. Die synthese bevorderde het autoritarisme van het politieke regime, de toenemende militarisering van de politiek en de almaar grotere rol van paramilitaire organisaties.”

Zoals het bijna een eeuw lang is geweest, blijft het gevecht tegen de macht van de kapitalisten en hun huurlingen nog altijd een internationaal gevecht  – een strijd die solidariteit over de grenzen heen vereist.

 

Dit artikel werd overgenomen van Peoples World. De vertaling is van Marina Mommerency

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!