Sporten is gezond maar niet iedereen neemt die raad ter harte, zo blijkt uit cijfers van de WHO in het tijdschrift The Lancet Global Health. Maar liefst 1,8 miljard van de volwassenen wereldwijd (31 procent) beweegt minder dan aanbevolen.

150 minuten per week

De WHO stelt dat je als volwassene best 150 minuten per week matig intensief of 75 minuten intensief lichamelijk actief bent. Een derde van de volwassen wereldbevolking komt daar niet aan en sinds 2010 zou lichamelijke inactiviteit zelfs met bijna 5 procentpunt zijn toegenomen. “Zorgwekkend”, reageert de WHO. Als die trend zich voortzet, zal het niveau van inactiviteit naar verwachting verder stijgen tot 35 procent in 2030.

Minder actief zijn doet volgens gezondheidsexperts het risico toenemen op een hartaanval of beroerte, diabetes type 2, dementie en sommige kankers waaronder borst- en darmkanker. “Deze nieuwe resultaten wijzen op een gemiste kans om kanker en hartziekten terug te dringen door meer te bewegen, en ook om de geestelijke gezondheid en het algemeen gevoel van welzijn te verbeteren”, zegt WHO-directeur-generaal Tedros Ghebreyesus. “Er zijn doortastende maatregelen nodig om mensen meer aan het bewegen te krijgen en die zorgwekkende trend te keren.”

Zestigplussers

Wat betreft beweging blijken er ook verschillen tussen mannen en vrouwen. Gemiddeld beweegt 29 procent van de mannen te weinig versus 34 procent van de vrouwen. In sommige landen zit er zelfs een verschil van bijna 20 procentpunt tussen de twee geslachten.

Bij mensen boven de 60 zien we de lichaamsbeweging vaak flink afnemen, wat het belang onderstreept van het bevorderen van lichamelijke activiteit voor oudere volwassenen, stelt de gezondheidsorganisatie. “Lichamelijke inactiviteit is een stille bedreiging voor de wereldgezondheid en draagt bij aan het ontstaan van chronische ziekten”, zegt Rüdiger Krech, directeur Gezondheidsbevordering bij de WHO.

“We moeten nieuwe manieren vinden om mensen te motiveren om actiever te zijn, rekening houdend met factoren zoals leeftijd, omgeving en culturele achtergrond. Door lichaamsbeweging voor iedereen plezierig, toegankelijk en betaalbaar te maken, kunnen we het risico op niet-overdraagbare ziekten aanzienlijk verlagen”, zegt Krech.

De WHO denkt daarbij ook aan laagdrempelige manieren om mensen meer te doen bewegen zoals amateur- en buurtsport maar ook zaken zoals wandelen en fietsen bevorderen voor de dagelijkse activiteiten.