Keti Koti, CC0 1.0 UNIVERSAL

Nederland herdenkt op 1 juli slavernijverleden, maar dat is nog lang niet genoeg

Vandaag 1 juli is het Keti Koti, wat "verbroken ketenen" betekent in het Surinaams. Het is de nationale Nederlandse herdenking van de afschaffing van de slavernij. Dit jaar was er extra aandacht voor dit stuk erfgoed, dat door de geschiedenis heen weinig aandacht heeft gekregen. Toch blijft de Nederlandse samenleving worstelen met het slavernijverleden.

maandag 1 juli 2024 15:53
Spread the love

 

Keti Koti is van oorsprong een Surinaamse feestdag waarbij op 1 juli jaarlijks de afschaffing van de slavernij door Nederland wordt gevierd. Op 1 juli 1863 werd namelijk de Emancipatiewet ingevoerd, waarmee een einde werd gemaakt aan de slavernij in Suriname en de Antillen en de ‘ketenen gebroken’ werden, in Sranantongo (Surinaams): ‘Keti Koti’.

151 jaar geleden kwam er dus een ‘einde’ aan de trans-Atlantische slavernij (hoewel dit niet betekende dat mensen daadwerkelijk vrij waren). Vorig jaar 1 juli was het 150 jaar geleden, het begin van een heel herdenkingsjaar, waarbij het hele jaar in het teken stond van de herdenking van het slavernijverleden.

Vandaag, 1 juli 2024, wordt dit herdenkingsjaar afgesloten. Jamila Meischke sprak met vertegenwoordigers van de zwarte gemeenschap en vroeg hen wat er van dit herdenkingsjaar terecht is gekomen.

Excuses slavernij

“Today I apologize“, het waren de woorden van de nu demissionair premier Mark Rutte in 2022, die toen na veel aandringen zijn excuses aanbood. Eerdere uitspraken van hem waren twijfelachtig over de noodzaak van excuses, want “de slachtoffers en de daders leven” toch “niet meer”.

Voor de VVD hoefde de excuses niet. Tot Rutte zich – Rutte-eigen – opeens bedacht en naar eigen zeggen een “omslag” maakte. Hij had zich vergist, hij “dacht dat de slavernij een geschiedenis was die ver achter ons lag.” Hij had het mis: “Ik had het mis.”

“We zetten vandaag een komma, geen punt”

En dus kwamen de excuses er toch. “We zetten vandaag een komma, geen punt”, zei hij, waarmee hij vanaf dat moment veel meer aandacht voor slavernij beloofde.

Ondanks Ruttes wispelturigheid en het lange wachten, kwam er inderdaad iets na de komma: nog meer excuses, namelijk die van de Nederlandse koning Willem-Alexander. Met deze excuses werd het herdenkingsjaar vorig jaar geopend.

“We weten dat meer dan 600.000 mensen op Nederlandse schepen uit Afrika over de Atlantische Oceaan werden vervoerd om te worden verkocht als slaaf of te worden ingezet op plantages. 75.000 van hen overleefden de oversteek niet”, zei hij op Keti Koti precies een jaar terug.

“De stemmen van de tot slaaf gemaakten zijn verwaaid in de wind, zij lieten nauwelijks sporen na”

“Maar er is ook zoveel wat we niet weten. De stemmen van de tot slaaf gemaakten zijn verwaaid in de wind. Zij lieten nauwelijks sporen na.”

Hierbij vroeg hij ook onverwacht om vergiffenis voor de rol die zijn eigen familie in de slavernij speelde: “Voor het overduidelijke gebrek aan handelen tegen deze misdaad, tegen de menselijkheid”.

De excuses van de koning werd goed ontvangen en leek een stap vooruit te zijn. Men had eindelijk gekregen waar zij zo lang om hadden gevraagd. De toekomst leek positief.

Het ‘herdenkingsjaar’

De toekomst was ook redelijk positief, de excuses zette het afgelopen herdenkingsjaar enkele ontwikkelingen in gang. Zo werden er tal van evenementen en tentoonstellingen georganiseerd. Er werd een bewustwordingsfonds van 200 miljoen euro opgezet, waarbij een deel van dit geld het mogelijk maakte dat nazaten van tot slaaf gemaakten met een achternaam van de vroegere ‘eigenaar’ gratis hun naam konden veranderen.

“A ten kon drai”, zei Willem-Alexander in houterig Sranantongo: ‘de tijd is veranderd’

Daarnaast werd de oprichting van een nationaal slavernijmuseum aangekondigd, evenals een uitgebreid programma tegen discriminatie en racisme. Ook kreeg Tula, een belangrijke verzetsleider op Curaçao, eerherstel. In de geschiedenisboeken stond hij beschreven als ‘terrorist’ en ‘gevaar voor de samenleving’, maar nu wordt hij officieel erkend als verzetsheld.

“A ten kon drai”, zei Willem-Alexander in houterig Sranantongo: ‘de tijd is veranderd’. Maar er is ook heel veel niet veranderd.

Wat er beter moet

Mitchell Esajas, mede-oprichter van New Urban Collective en The Black Archives (TBA) in Amsterdam, een archief, expositieruimte en cultureel centrum gewijd aan de Zwarte geschiedenis en cultuur in Nederland, onderzocht samen met de organisatie Zwart Manifest wat er ontbrak aan dit herdenkingsjaar en wat er volgens hen echt moest komen na die komma waar Rutte het over had.

“Zwarte Mensen hebben te maken met uitsluiting, discriminatie en racisme”

Hierbij kwamen veel kritiekpunten naar voren. Zo liet men weten dat er te weinig aandacht en veranderingen zijn geweest als het gaat over het aanpakken van serieuze problemen binnen de zwarte samenleving, zo stelt Meischke. Denk aan armoede, waar zwarte mensen oververtegenwoordigd zijn. Denk ook aan institutioneel racisme; de doorwerking van slavernij op het heden, wat gemist wordt.

Maar kijk ook naar het stukje mentale gezondheid, zegt ze: “Zwarte mensen hebben te maken met uitsluiting, discriminatie en racisme.” Dat heeft natuurlijk invloed op hoe mensen zich mentaal voelen, en er wordt toch gevoeld dat daar niet genoeg aandacht voor is in de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ). Het is bijvoorbeeld moeilijk om een behandelaar van kleur te vinden en er is weinig cultuursensitiviteit.

“Er is sprake van een intergenerationeel trauma”

Esajas voegt hieraan toe dat er sprake is van een intergenerationeel trauma. Bij Joodse mensen die slachtoffer waren van de Holocaust is onderzocht en erkend dat collectief trauma generatie op generatie kan worden doorgegeven. “Nou, dat geldt ook voor onze gemeenschappen.” Als je dit wilt herstellen, zou je moeten investeren in toegang tot gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg.

Daarnaast zijn er nog veel meer kritiekpunten. Zo is er bijvoorbeeld gevraagd om het slavernijverleden verplicht op te nemen in het onderwijscurriculum, wat op dit moment nog niet het geval is.

Ook is Keti Koti nog niet officieel vastgelegd als nationaal herdenkingsmoment. Vorig jaar spraken de koning en premier, maar waarom gebeurt dit niet elk jaar? En waarom krijgen Nederlanders geen officiële vrije dag? Keti Koti is nog niet een viering waar Nederlanders elk jaar collectief bij stilstaan.

En nu met extreemrechts aan het roer

Esajas vertelt dat hij de afgelopen jaren echt het idee had dat er stappen vooruit waren gedaan, “maar als je dan zo een verkiezingsuitslag ziet, dan is er een hele grote groep die de ontwikkelingen in de maatschappij heel anders ervaart en interpreteert”.

In een opinie schrijft hij dat het herdenkingsjaar daarbij overschaduwd werd door “politieke poppenkast”. “Een paar dagen na Keti Koti viel het kabinet, nadat minister Yeşilgöz had gelogen over asielzoekersaantallen, in november werd de meest rechtse Tweede Kamer sinds de Tweede Wereldoorlog gekozen en een maand later werd PVV’er Martin Bosma voorzitter van het ‘huis der democratie’.”

Het was deze kamervoorzitter die ook een uitnodiging had gekregen voor vandaag, Keti Koti 2024. Het is gebruikelijk dat er een vertegenwoordiger aanwezig is van zowel de Tweede als de Eerste Kamer. Echter, dit veroorzaakte veel weerstand vanuit de gemeenschap.

Kamervoorzitter Bosma hoefde niet “nog meer bewustgemaakt” te worden

Het was namelijk ook Bosma die Tula eerder een ‘racistische moordenaar’ noemde. Daarnaast zei hij voorheen niet “nog meer bewustgemaakt” te willen worden. “Het ‘slavernijgedoe’ is al jaren aan de gang, die 200 miljoen worden gewoon 200 miljoen cadeautjes voor linkse activisten die hun raciale agenda willen doordrukken en die zich willen uitleven in anti-wit racisme.”

Bosma’s uitnodiging, die zijn uitspraken niet wilde intrekken en geen vervanging wilde zoeken, is daarom ingetrokken.

Keti Koti en het nieuwe kabinet

Bewustwording van het slavernijverleden lijkt door het nieuwe kabinet helemaal niet gesteund te worden. Het nieuwe kabinet, waarvan de grootste partij PVV in hun partijprogramma zelfs heeft staan dat de excuses teruggedraaid moeten worden, was oorspronkelijk van plan om op 1 juli, tijdens Keti Koti, beëdigd te worden.

Na veel lobbywerk vanuit het demissionaire kabinet is deze datum verplaatst naar 2 juli. Toen beoogd premier Dick Schoot dit aankondigde aan de pers, kon hij het niet eens goed uitspreken. “1 juli is eh teki … eh dat gaat niet goed.”

Dat gaat inderdaad niet goed, en het belooft ook niks goeds.

Er moet nog zoveel gebeuren

Institutioneel racisme zit al diep verankerd in de maatschappij, schrijft Esajas, en de winst van PVV laat zien dat extreemrechtse ideeën steeds ‘normaler’ worden.

Hij noemt het belang van Keti Koti, een dag waar “nakomelingen stilstaan bij het leed van onze voorouders en hun verzet, om lessen te trekken voor het heden en de toekomst”. Het is belangrijk om de bewustwording van het slavernijverleden voort te zetten en om te zetten in concrete daden.

“Lessen trekken voor het heden en de toekomst”

Want excuses voor misdaden tegen de menselijkheid tijdens de slavernij zijn dan niet genoeg. Hoe mooi en gemeend ze ook klinken, valt het volgens Esajas niet te rijmen met de werkelijkheid van vandaag, bijvoorbeeld “het militair en politiek steunen van de mensenrechtenschendingen van Palestijnen door Israël”.

“We kunnen onze voorouders eren door stelling te nemen tegen extreemrechts in Nederland en door onze solidariteit te (blijven) tonen met wie vandaag de dag lijdt onder koloniaal geweld, ontmenselijking en mensenrechtenschendingen.”

Het zijn woorden waar Nederland nog veel van kan leren, en België trouwens ook. Want hoe zit het met onze nationale herdenking van de misdaden tegen menselijkheid die wij toendertijd hebben begaan?

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!