Chris Hedges
Opinie - and

De nakende ineenstorting van het Amerikaanse imperium

De wereld van vandaag wordt gerund door een exclusieve klasse van Amerikaanse afpersers die met een schier onbeperkte hoeveelheid wapens en geld hun zaakjes drijven. Dat maakt Matt Kennard wereldkundig in zijn boek.

maandag 1 juli 2024 14:35
Spread the love

 

Het grote publiek – het gros van de inwoners van de VS die nooit van dichtbij hebben gezien hoe het Amerikaanse imperium ‘de verschoppelingen der aarde’ domineert en uitbuit – ziet dat imperium radicaal anders dan het in werkelijkheid is.

Gefabriceerde illusies – die waarover Joseph Conrad zo treffend schreef – houden ons voor dat het imperium een positieve kracht is. Er wordt ons verteld dat het imperium de democratie en de vrijheid uitdraagt en dat het de weldaden van de ‘westerse beschaving’ verspreidt.

De volgzame media herhalen die illusies tot vervelens toe. Politici, academici en machthebbers nemen ze voortdurend over. Maar het zijn leugens. Al wie jarenlang als verslaggever in het buitenland heeft gewerkt, weet dat.

In zijn boek The Racket, waarin hij verslag uitbrengt vanuit Haïti, Bolivië, Turkije, Palestina, Egypte, Tunesië, Mexico, Colombia en vele andere landen, kijkt Matt Kennard achter de schermen. Hij toont ons de verborgen machinerieën van het imperium. Hij geeft ons een gedetailleerde beschrijving van de brutaliteit, leugenachtigheid, wreedheid en gevaarlijke waanvoorstellingen eigen aan dat imperium.

Eenmaal het imperium over zijn hoogtepunt heen is, raken de mandarijnen langzamerhand zelf bedwelmd door het narratief dat ze het goedgelovig publiek aanhoudend oplepelen. Dan nemen ze beslissingen die niet meer berusten op de werkelijkheid maar op hun vertekend beeld van die werkelijkheid, een beeld dat gekleurd is met hun eigen propaganda.

Matt noemt dit ‘the racket’. Verblind door overmoed en macht gaan ze geloof hechten aan de illusies die ze zelf hebben verzonnen. Uiteindelijk resulteert dat in de collectieve zelfmoord van het imperium. Ze trekken zich terug in een fantasiewereld waarin harde en ongemakkelijke feiten niet langer doordringen.

Diplomatie, multilateralisme en beleidsvorming worden aan de kant geschoven en vervangen door eenzijdige dreigementen en het stompe instrument van de oorlog. Op die manier verworden ze tot de myope architecten van hun eigen ondergang.

Eenmaal het imperium over zijn hoogtepunt heen is, raken de mandarijnen langzamerhand zelf bedwelmd door het narratief dat ze het goedgelovig publiek aanhoudend oplepelen.

“Na enkele jaren bij de Financial Times werden een paar zaken me langzamerhand duidelijk”, schrijft Matt. “Ik werd me bewust van een verschil tussen mezelf en de rest van de mensen die in dienst stonden van de racket – de personeelsleden van het United States Agency for International Development (USAID), de economisten bij het Internationale Monetaire Fonds (IMF), enzovoort.”

“Terwijl ik stilaan inzicht verwierf in de manier waarop de racket echt in elkaar zat, begon ik hen te zien als gewillige slachtoffers”, gaat hij verder. “Ze schenen echt te geloven in de deugdelijkheid van hun missie. Ze waren doordrongen van alle theorieën die ooit werden bedacht om globale uitbuiting in te kleden als ‘ontwikkeling’ en ‘vooruitgang’. Dat viel me op bij Amerikaanse ambassadeurs in Bolivië en Haïti en bij vele andere functionarissen die ik interviewde.”

“Ze geloven echt in die mythes”, besluit hij, “en natuurlijk worden ze daar ook vorstelijk voor betaald. Die vertegenwoordigers van de racket worden een handje geholpen door een ruim bemand leger van intellectuelen dat zich als enige doel stelt om het grote publiek overal in het Westen ontvankelijk te maken voor diefstal en brutaliteit.”

Dat het imperium Afghanistan en Irak binnenviel en twintig jaar lang bezet hield, geldt als een van de grootste strategische blunders uit zijn geschiedenis. Het luidde de doodsklok over het imperium.

De architecten van die oorlogen in het Witte Huis van George W. Bush en de schare nuttige idioten in de pers en de academische wereld die hen aanmoedigden en toejuichten, hadden bitter weinig kennis van de landen die ze binnenvielen. Ze gingen er gewoon van uit dat hun technologische superioriteit hen onoverwinnelijk zou maken.

Dat het imperium Afghanistan en Irak binnenviel en twintig jaar lang bezet hield, geldt als een van de grootste strategische blunders uit zijn geschiedenis.

Ze werden volledig verrast door de grimmige respons en de gewapende weerstand die tot hun nederlaag leidden. Diegenen onder ons die het Midden-Oosten kenden – ik heb aan het hoofd gestaan van de afdeling Midden-Oosten van de New York Times, spreek Arabisch en bracht zeven jaar lang verslag uit over de regio – hadden dat nochtans voorspeld.

Maar diegenen die op oorlog uit waren, gaven de voorkeur aan een frivole fantasie. Niet gehinderd door het feit dat ze voor die claim geen sluitend bewijs hadden, verkondigden ze – en geloofden ze waarschijnlijk ook – dat Saddam Hoessein massavernietigingswapens had.

Ze bleven maar volhouden dat ze in Bagdad een democratie zouden installeren en dat dat model zich verder over het Midden-Oosten zou verspreiden. Ze spiegelden het grote publiek voor dat de Amerikaanse soldaten door dankbare Irakezen en Afghanen als bevrijders zouden worden ingehaald. Ze beloofden dat de kosten voor de wederopbouw met olie-inkomsten zouden worden gefinancierd.

Ze bleven maar volhouden dat ze met een brutale en overrompelende militaire aanval – “shock and awe” – de Amerikaanse hegemonie in de regio en de Amerikaanse werelddominantie weer in ere zouden herstellen. Het tegenovergestelde geschiedde. Zbigniew Brzezinski zei hierover dat “de eenzijdige keuze voor de oorlog tegen Irak een breedgedragen afwijzing van het buitenlands beleid van de VS in de hand had gewerkt”.

De oorlogsnatie

Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog staat een stratocratie – een door het leger gedomineerde regering – aan het hoofd van de VS. Onophoudelijk worden er oorlogsvoorbereidingen getroffen. Nooit staan de monsterbudgetten voor de oorlogsmachine ter discussie. Bij de miljoenen dollar aan verspilling en fraude worden geen vraagtekens gezet.

Een opeenvolging van militaire fiasco’s in Zuidoost-Azië, Centraal-Azië en het Midden-Oosten verdwijnt in het immense zwarte gat van de historische amnesie. Die amnesie verklaart ook waarom er nooit enige verantwoording moet worden afgelegd. Ze verleent de oorlogsmachine een vrijbrief om van het ene in het andere militaire debacle te vallen en in één moeite door het land economisch ten gronde te richten.

De militaristen winnen elke verkiezing. Ze kunnen niet verliezen. Tegen hen stemmen is gewoon onmogelijk. De oorlogsnatie is een godenschemering, schrijft Dwight Macdonald, “maar dan zonder de goden”.

Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog heeft de federale regering meer dan de helft van al het belastinggeld uitgegeven aan voorbije, hedendaagse en toekomstige militaire operaties. Dat is de meest karakteristieke en meest constante bezigheid van de regering.

Militaire systemen worden aan de man gebracht nog vóór ze zijn gemaakt, met de garantie dat de gigantische kostenoverschrijdingen in rekening zullen worden gebracht.

Buitenlandse hulp wordt afhankelijk gemaakt van de aankoop van Amerikaanse wapens. Egypte, dat ongeveer 1,3 miljard dollar militaire financiële hulp krijgt, moet dat geld gebruiken voor de aankoop en het onderhoud van Amerikaanse wapensystemen.

Sinds 1949 heeft Israël van de VS 158 miljard dollar bilaterale steun gekregen. Sinds 1971 wordt die steun bijna integraal gebruikt voor militaire doeleinden. Het merendeel van dat geld wordt besteed aan wapens die door Amerikaanse wapenfabrikanten worden geleverd.

De Amerikaanse belastingbetaler financiert de research, ontwikkeling en fabricage van wapensystemen. Vervolgens koopt hij diezelfde wapensystemen voor rekening van andere landen. Het is een circulair systeem van overheidshulp aan bedrijven.

Begin september 2022 hadden de VS al voor 877 miljard dollar aan militaire uitgaven gedaan. Dat was meer dan de tien volgende landen in de rangschikking – waaronder China, Rusland, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk – samen.

De duizelingwekkende defensie-uitgaven en de torenhoge kosten voor de private gezondheidszorg hebben de nationale schuld van de VS doen oplopen tot 31 triljoen dollar, bijna 5 triljoen dollar meer dan het Amerikaans bruto binnenlands product (bbp).

>Deze onbalans is volstrekt onhoudbaar, vooral als de dollar zijn status van wereldwijde reservevaluta zou verliezen. Sinds januari 2023 hebben de VS een recordbedrag van 213 miljard dollar uitgegeven aan rente op de nationale schuld.

De impact van het imperium op het thuisfront

Matts verslaggeving vanuit Washington, Baltimore en New York illustreert hoe de militaire machine door aanhoudend geld en middelen in oorlogvoering te pompen de verarmde natie volledig heeft uitgemergeld.

Voor het publiek is de kostprijs – op sociaal, economisch, politiek en cultureel gebied – ronduit catastrofaal.

De werkende klasse moet het stellen met het bestaansminimum en wordt kaalgeplukt door bedrijven die elk denkbaar facet van het maatschappelijk leven – gezondheidszorg, onderwijs en gevangenissysteem – hebben geprivatiseerd.

Militaristen bedienen zich van fondsen die bedoeld zijn voor sociale programma’s en infrastructuurwerken. Ze investeren ongebreideld in research en ontwikkeling van wapensystemen zonder aandacht voor technologieën die met hernieuwbare energie werken. Bruggen, wegen, elektriciteitsnetwerken en dijken verkeren in erbarmelijke staat. Het schoolwezen is in verval. De binnenlandse productie neemt af. Ons openbaarvervoersysteem is gewoon een zootje.

Gemilitariseerde politie-eenheden schieten doorgaans ongewapende, arme zwarten neer en zorgen voor een constante aanvoer van klanten voor de penitentiaire inrichtingen en gevangenissen. 25 procent van de gevangenisbevolking wereldwijd zit in Amerikaanse gevangenissen, ook al maken de Amerikanen maar 5 procent van de wereldbevolking uit.

Gewezen industriesteden liggen in puin. Verslaving aan opioïden, zelfmoord, schietpartijen, depressie en morbide obesitas zijn aan de orde van de dag. De bevolking is diep wanhopig.

Gemilitariseerde samenlevingen zijn een vruchtbare grond voor demagogen. Net als demagogen zien militaristen andere naties en culturen door hun eigen bril en ervaren die dus als bedreigend en agressief. Ze worden gedreven door de wil om te domineren. Om hun doel te bereiken, grossieren ze in illusies van een terugkeer naar een mythische gouden tijd van almacht en onbegrensde welvaart.
De diepe desillusie en woede die het pad effenden voor de verkiezing van Donald Trump – een reactie op de staatsgreep van het bedrijfsleven en de armoede die minstens de helft van het land treft – hebben de mythe van een goed functionerende democratie onderuit gehaald.

Door aanhoudend geld en middelen in oorlogvoering te pompen, heeft de militaire machine de verarmde natie volledig uitgemergeld.

“Dezelfde Amerikaanse elite die zich met buitenlandse plundertochten heeft verrijkt, vecht ook op het thuisfront een oorlog uit”, zegt Matt. “Sinds de jaren zeventig is diezelfde klasse van witteboordencriminelen aan de winnende hand in haar oorlog tegen de bevolking van de VS. Die oorlog heeft de vorm aangenomen van een groots opgezette en geraffineerde zwendelarij. Langzaam maar zeker is die elite erin geslaagd veel van wat vroeger aan het Amerikaanse volk toebehoorde te verkopen onder de dekmantel van nepideologieën zoals de ‘vrije markt’. Dat is de ‘Amerikaanse manier van doen’, een reusachtig boerenbedrog, een grootschalige oplichterij.”

“In die zin bevinden de slachtoffers van de racket zich niet alleen in Port-au-Prince en Bagdad, maar ook in Chicago en New York”, zegt hij verder. “Dezelfde mensen die vorm hebben gegeven aan de mythes over wat we allemaal in het buitenland uitvreten, hebben een soortgelijk ideologisch kader verzonnen om de diefstal op het thuisfront te legitimeren. En het zijn de rijksten die stelen van de armsten. De arme arbeiders van Harlem hebben meer gemeen met de arme arbeiders van Haïti dan met hun elites. Maar de racket kan enkel gedijen als dat aspect van de zaak onder de radar blijft.”

“Veel van wat de Amerikaanse regering doet, speelt in het nadeel van haar armste en meest behoeftige burgers”, besluit Matt. “De Noord-Amerikaanse Vrijhandelsovereenkomst (NAFTA) is een goed voorbeeld daarvan. Ze trad in januari 1994 in werking en vormde een gedroomde opportuniteit voor het Amerikaanse bedrijfsleven. Ze opende de deuren naar nieuwe markten en werd algauw een goudader voor Amerikaanse investeerders en exporteurs. Tegelijkertijd verloren duizenden Amerikaanse arbeiders hun job aan arbeiders in Mexico, waar nog armere mensen voor nog lagere lonen aan het werk werden gezet.”

Zelfvernietiging

Het publiek wordt bedolven onder de oorlogspropaganda en juicht zijn zelfvernietiging toe. Het verlustigt zich in de verwerpelijke schoonheid van de Amerikaanse militaire bravoure. Het uit zich in de hersenloze clichés die de massacultuur en de massamedia over hen uitstrooien. Het zuigt zich vol met de illusie van almacht en wentelt zich in zelfbewieroking.

De nationale veiligheid is de mantra van de gemilitariseerde natie. Als elke discussie begint met een vraag over de nationale veiligheid, dan is geweld of dreiging met geweld een deel van elk antwoord. De obsessie met interne en externe bedreigingen verdeelt de wereld in vrienden en vijanden, goed en kwaad.

Wie zoals Julian Assange de misdaden en suïcidale dwaasheid van het imperium aan de kaak stelt, wordt meedogenloos vervolgd. De waarheid – de waarheid zoals Matt die bovenspit – is bitter en hard.

Wie zoals Julian Assange de misdaden en suïcidale dwaasheid van het imperium aan de kaak stelt, wordt meedogenloos vervolgd.

“Daar waar opkomende imperia dikwijls weloverwogen en zelfs rationeel gebruik maken van wapens bij de verovering en onderwerping van overzeese gebieden, neigen imperia die over hun hoogtepunt heen zijn eerder naar blind machtsvertoon”, schrijft de historicus Alfred McCoy. “Daarbij dromen ze van stoere militaire waagstukjes die het verlies aan prestige en macht moeten ongedaan maken. Vaak zijn die militaire micro-operaties zelfs vanuit imperiaal standpunt irrationeel. Ze kunnen ook oorzaak zijn van buitensporige uitgaven of zelfs beschamende nederlagen die de ondergang alleen maar versnellen.”

Het is van het allergrootste belang dat we inzien wat er op ons afkomt. Als we ons blijven vergapen aan de beelden op de muur van Plato’s grot – beelden die ons dag en nacht via allerlei schermen worden opgedrongen –, als we de modus operandi en het zelfvernietigende vermogen van het imperium niet onderkennen, dan zullen we met z’n allen, zeker nu met de voor ons opdoemende klimaatverstoring, ondergedompeld worden in een hobbesiaanse nachtmerrie. In die koortsdroom zal de machinerie van de repressie, die aan de buitengrenzen van het imperium zo alledaags is, angstwekkende en door het bedrijfsleven aangestuurde totalitaire staten grondvesten.

 

Chris Hedges werkte bijna twee decennia lang als buitenlands verslaggever voor The New York Times, National Public Radio en andere nieuwsagentschappen in Latijns-Amerika, het Midden-Oosten en de Balkan. 

Vertaling: Ronald Decelle

steunen

Steun voor een nieuwe website

We hebben uw hulp nodig voor een essentiële opfrissing van de website. Om die interactiever, sneller en gebruiksvriendelijker te maken hebben we 30.000 euro nodig. Elke bijdrage, groot of klein, helpt. Met uw donatie ondersteunt u onafhankelijke journalistiek die de verhalen blijft brengen die er echt toe doen. Laat uw hart spreken.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!