Palestina Encampment Universiteit Tilburg. Foto: Thomas Decreus
Toespraak -

Gaza is de genocidale uitkomst van de zogenaamde ‘war on terror’

Net als in vele universiteiten hebben ook de studenten van de Universiteit van Tilburg een tentenkamp opgezet om de verbanden van samenwerking met Israëlische universiteiten stop te zetten. Tijdens de eerste dag van de bezetting werden meerdere teach-ins georganiseerd. Dit is de schriftelijke neerslag en vertaling van een teach-in door Thomas Decreus.

dinsdag 28 mei 2024 14:56
Spread the love

 

Beste studenten,

Allereerst wil ik jullie feliciteren met deze bezetting. Ik ben blij te zien hoe jullie aansluiten bij een globale beweging die ervoor ijvert om de samenwerking met Israëlische academische instellingen stop te zetten.

Deze strijd staat natuurlijk in de eerste plaats in het teken van de bevrijding van het Palestijnse volk en de ontmanteling van het koloniale zionistische project. Dat is de doelstelling. Dit gaat echter ook over wat het betekent om een universiteit te zijn.

Willen we als universitaire gemeenschap medeplichtig zijn aan een zich voltrekkende genocide? Willen we kennis ontwikkelen die kan ingezet worden om volkeren te onderdrukken, om dodelijke wapens te ontwikkelen, om bij te dragen tot surveillanceapparaten en het instandhouden van koloniale verhoudingen?

Kennis, onderwijs en onderzoek zijn nooit neutraal, niet in hun opzet, niet in hun resultaten of toepassingen. Het behoort op essentiële wijze tot het werk van academici om blijven te reflecteren over de ethische en politieke effecten van het eigen onderzoek.

In die zin is deze actie het vervullen van een academische taak, een academische plicht zelfs, die uw universiteit grotendeels nalaat te doen.

Jullie ‘bezetten’ geen terrein, jullie claimen een terrein dat rechtmatig reeds van jullie is

Ik denk dat het ook belangrijk is om niet te vergeten van wie deze universiteit is. Laten we even een klein gedachtenexperiment opzetten.

We kunnen ons redelijk goed een universiteit voorstellen zonder managers, zonder leidinggevenden en bureaucraten. We kunnen ons zelfs een universiteit voorstellen zonder professoren.

Maar we kunnen ons op geen enkele manier een universiteit voorstellen zonder studenten. De universiteit behoort in wezen tot studenten, zij zijn het kloppende hart van de universitaire gemeenschap, neem dat hart weg en de universiteit houdt op te bestaan.

 

Jullie ‘bezetten’ strikt genomen geen terrein, jullie claimen een terrein terug waarvan jullie waren vervreemd, maar dat rechtmatig reeds van jullie is. Dit is dan ook een oefening in democratie, een performatieve reflectie over wat de universiteit is, wat er de essentie van uitmaakt en hoe we de universiteit op een egalitaire manier kunnen vormgeven.

Vergeet daarbij nooit dat democratie een praktijk is die je permanent moet realiseren, en niet zelden door middel van strijd.

Ik durf mezelf geen specialist te noemen inzake de koloniale onderdrukking van de Palestijnse gebieden of het zionisme. Mijn vakgebied is dat van de filosofie en in het bijzonder de politieke filosofie. Toch denk ik dat er vanuit dat vakgebied enkele belangrijke bedenkingen en observaties te maken zijn.

Zoals heel veel mensen ben ik ook al maanden verbijsterd door de genocide die zich dag in dag uit voltrekt, waarvan we dagelijks de meest gruwelijke beelden te zien krijgen en die met volle steun en medewerking van onze regeringen – en onze universiteiten – wordt verdergezet.

Ook in andere universiteiten …

 

Ik word verondersteld om te doceren over de rechtstaat, burgerschap, individuele grondrechten, democratie en mensenrechten terwijl de staten die claimen de waarden die daaraan ten grondslag liggen, dagelijks met de voeten treden.

Ik moet studenten opleiden tot kritische, ethisch gevoelige en politiek bewuste burgers maar wordt tegelijk gewezen op het feit dat vragen stellen over een genocide ‘activistisch’ zou zijn.

Ik moet verwachten van studenten dat ze mondig en ondernemend zijn, maar wanneer ze dat daadwerkelijk zijn aarzelen sommige universiteitsbesturen er niet voor om de oproerpolitie op hun protesterende studenten af te sturen.

Die contradicties zijn niet langer houdbaar. Dit protest is daar een uiting van.

Maar hoe kan het toch dat staten die zichzelf liberaal en democratisch noemen zo openlijk een genocide blijven steunen? En dan doel ik vooral op de Nederlandse staat, maar evengoed op Duitsland, de VS of, natuurlijk, Israël?

Zijn die staten hypocriet? Zeker. Maar volstaat hypocrisie als verklarend antwoord? Daar ben ik minder zeker van. Volgens mij is er iets meer structureel aan de hand dat liberale democratieën toelaat om tegelijk zichzelf als rechten respecterende staten te beschouwen én geen graten te zien in de massale en dodelijke schending van diezelfde rechten.

Waar we naar op zoek moeten gaan is een historische verklaring die ons toelaat te begrijpen hoe we precies op dit punt zijn beland. Uiteraard zijn daar verschillende verklaringen voor te geven.

Als geschiedenis al een causaal proces zou zijn, dan is het per definitie een multicausaal proces, een wirwar van lijnen die oorzaken en gevolgen op nauwelijks ontwarbare wijze met elkaar verbinden.

Mijn ambitie is dan ook bescheiden. Ik wil één mogelijke lijn tussen oorzaak en gevolg construeren in de vorm van een hypothese. Die hypothese is de volgende: de huidige genocide in Gaza kan worden gelezen als de uitkomst van een logica die werd in gang gezet door de oorlog tegen de terreur. Dit is een veralgemening van wat tijdens de war on terror werd genormaliseerd.

Ik benadruk dat ik wat hier voorstel een hypothese is, een denkpiste die ik misschien later verder wil uitwerken maar die ik nu vooral als startpunt voor een discussie met jullie wil delen.

Overigens haal ik de inspiratie voor mijn these vooral uit het zeer lezenswaardige boek Drone Theory van Grégoire Chamayou. Wie zich verder wil verdiepen in wat ik hier verkondig kan alvast te rade gaan bij Chamayou.

Wat is de war on terror, het nieuwe, globale veiligheidsparadigma na de aanslagen van 9/11? Het werd een hegemonisch model voor de aanpak van gewapend verzet en andere vormen van oppositie.

Misschien kan de specificiteit van de war on terror het best worden begrepen door ze te contrasteren met het klassieke model van counterinsurgency[1]. Counterinsurgency is de strategie die dominante machten doorheen de twintigste eeuw hebben aangewend om gewapend verzet door revolutionaire groepen en guerrillastrijders de kop in te drukken.

Binnen dat model werden opstandelingen eerder gezien als uitdrukkingen van onvrede bij minstens een deel van de bevolking. Counterinsurgency vertrekt dus van de aanname dat er sprake is van een politiek-militaire strijd die kan worden opgelost met een politiek akkoord en/of een militaire overwinning.

Vandaar dat counterinsurgency niet alleen geïnteresseerd is in het behalen van een militaire overwinning, maar (soms) ook in het wegnemen van de onvrede die het gewapend verzet heeft veroorzaakt.

Deze strategie betoont minstens interesse in het heroveren van de harten en geesten van zij die de opstandelingen steunen. In een notendop, counterinsurgency situeert zich binnen een politiek paradigma.

Dit is niet langer het geval bij de war on terror. Het archetype van de terrorist wordt niet gezien als de vertegenwoordiger van een politieke stroming of van een breder gedeelde onvrede onder de bevolking.

De terrorist en zijn enkele handlangers verschijnen in die visie als ontspoorde en geïsoleerde individuen, die slechts uitdrukking zijn van een ultiem kwaad. Terroristen zijn dan uitsluitend psychopaten, waanzinnigen, duivels. En met waanzinnigen kan natuurlijk niet langer worden onderhandeld.

Dit kwaad kan enkel worden vernietigd en geneutraliseerd. Het politieke paradigma wordt in de war on terror vervangen door een binair moreel paradigma. Dit betekent dat geen enkel politiek vergelijk nog mogelijk is.

 

Een concrete manifestatie daarvan is de normalisering van buitengerechterlijke executie. Kijk gewoon naar de wijze waarop Osama Bin Laden werd ‘gevangen’. ‘We’ve got him’ zei president Obama glunderend van trots, maar er werd natuurlijk niemand ‘gevangen’. Er werd een moordcommando op Bin Laden afgestuurd en zijn stoffelijke resten verdwenen voor de eeuwigheid.

De VS heeft er expliciet en zonder aarzelen voor gekozen om Bin Laden te executeren op basis van een verdenking, eerder dan hem te arresteren en voor een rechtbank te brengen.

Dit is symptomatisch voor dergelijk veiligheidsparadigma waarin de dreiging enkel nog kan worden vernietigd, buiten het recht om. Deze strategie van gerichte, buitengerechterlijke moord is de modus operandi van de war on terror en het uitverkoren instrument daartoe is de drone. Duizenden mensen werden zo al geëxecuteerd.

Het is Israël die hierin een voortrekkersrol heeft gespeeld. In zijn boek Drone Theory citeert Chamayou bijvoorbeeld Daniël Reisner, de voormalige directeur van de juridische afdeling van het Israëlische leger.

Reisner verkondigde: “Als je iets maar lang genoeg doet, zal de wereld het uiteindelijk accepteren (…) Het internationale recht ontwikkelt zich via schendingen. We hebben de theorie van de gerichte moord bedacht en we moesten die promoten.”

Het is duidelijk, Reisner is in zijn opdracht geslaagd. De gerichte buitengerechterlijke moord is na twee decennia volstrekt normaal geworden. Niemand die nog opkijkt van een Amerikaanse drone die in Irak, Jemen of Pakistan een man aan flarden schiet omwille van een reden die overigens nooit zal worden openbaar gemaakt.

Liberale democratieën hebben dit gedoogd in naam van veiligheid en bescherming en vonden het een goedkoper en makkelijker alternatief dan open oorlog of het politieke compromis.

Protestmars in Tilburg. Foto: universonline.nl

We moeten ons er scherp van bewust zijn dat de mensen die het doelwit vormen van deze gerichte buitengerechtelijke executies geen wet hebben overtreden maar slechts een buiten hen om gestelde norm.

Wat bedoel ik daar precies mee? In de oorlog tegen terreur is men niet geïnteresseerd in het aanbrengen van juridisch bewijs, maar in het analyseren en monitoren van gedrag. Via een surveillanceapparaat – waar kenniscentra als de universiteit toe bijdragen via onderzoek – wordt gedrag van mogelijke verdachten geanalyseerd en geëvalueerd.

Gedrag dat afwijkt van vooropgestelde patronen die het ‘normaal’ definiëren kan als verdacht worden beschouwd en wat als verdacht kan worden beschouwd is tevens een risico. Wat een risico vormt moet vervolgens worden geneutraliseerd, lees: de persoon in kwestie mag worden uitgeschakeld.

Dit is geen sciencefiction, het is wat al decennialang gebeurt, zeker in de Palestijnse gebieden. De wet wordt vervangen door de eenzijdig opgelegde norm. Afwijken van de norm is genoeg om een gesurveilleerd lichaam met staatsgeweld te doden.

De war on terror is niet geïnteresseerd in vrede, in het overtuigen van de opponent of het creëren van een leefbaar equilibrium. Het wil slechts de vijand neutraliseren in naam van de veiligheid.

In de Israëlische militaire theorie heeft dat geleid tot de doctrine van ‘mowing the grass’. Volgens die doctrine kan Israël niet winnen van Hamas of van andere Palestijnse opstandelingen. Ook een politieke oplossing is dan onmogelijk.

Wat moet gedaan worden is ter tijd en ter stond het ‘gras maaien’, concreet: regelmatig infrastructuur en lichamen vernietigen zodat de vijand niet te sterk wordt en gedemoraliseerd blijft. Dat was de doctrine vóór7 oktober 2023.

Wat zich ná 7 oktober 2023 afspeelt in Gaza is een radicalisering en collectivisering van de centrale principes van de war on terror. Met name vindt er een collectivisering plaats van ‘de terrorist’.

Het is onzinnig is om te blijven spreken over ‘een oorlog’ of ‘een conflict’. Wat zich afspeelt in Gaza beantwoordt op geen enkele wijze aan het paradigma van ‘oorlog’

Was de terrorist aanvankelijk een individu of een groep individuen, dan wordt de categorie van de terrorist nu toegepast op een bevolking als geheel. Hieruit volgt logischerwijs dat een hele bevolking kan tot doelwit worden uitgeroepen.

Het is exact op dit punt dat war on terror een uitgesproken genocidale gedaante krijgt. Er loopt dus een rechtstreekse lijn van de oorlog tegen terreur naar deze zich voltrekkende genocide. Het éne vloeit in het andere over wanneer de categorie van ‘terrorist’ systematisch wordt uitgebreid, tot op het punt dat het een hele bevolking omvat.

Gaza is geen oorlog, het is een jacht

Meteen wordt tevens duidelijk waarom het zo onzinnig is om te blijven spreken over ‘een oorlog’ of ‘een conflict’. Wat zich afspeelt in Gaza beantwoordt op geen enkele wijze aan het klassieke paradigma van ‘oorlog’.

Foto: universonline.nl

De oorlog en het oorlogsrecht zijn grotendeels afgeleid van het model van het duel. In een duel besluiten twee partijen om een geschil gewapend te beslechten. De confrontatie tussen de twee partijen is noodzakelijk om tot een uitkomst te komen en beide partijen zijn op gelijke wijze gerechtigd om dodelijk geweld in te zetten.

Er bestaat met andere woorden een gelijk recht om te doden. Dit model vertrekt dus vanuit een principiële symmetrie en gelijkheid tussen de strijdende partijen.

De war on terror kan niet worden begrepen vanuit dit model van het duel. Het is een strijd die gebaseerd is op het paradigma van de jacht.

De jacht vertrekt van een radicale asymmetrie tussen jager en prooi. De jager heeft de wapens, de prooi niet. De prooi vlucht en verstopt, de jager jaagt. De prooi wordt onder geen enkele omstandigheid geacht zich op legitieme wijze te bewapenen of de jager aan te vallen.

Sterker nog, een echte confrontatie tussen prooi en jager wordt steeds vakkundig vermeden. In het ideale geval weet de prooi niet dat ze prooi is en het beste schot valt steeds onverwacht.

Van de prooi wordt verwacht dat ze afgeslacht zal worden, terwijl de jager zelf verondersteld is ongedeerd te blijven. De war on terror heeft de jager de allure gegeven van morele ongenaakbaarheid.

Aangezien de jager in dit paradigma het goede vertegenwoordigt tegenover het absolute kwaad dat terreur heet, bestaat er geen enkel moreel bezwaar meer tegen afslachting. De jacht wordt moreel gelegitimeerd door een binair en absoluut onderscheid tussen goed en kwaad.

Eén partij heeft het absolute recht om te doden, terwijl de andere partij zelfs niet het recht heeft zich te verdedigen.

Wat zich op dit moment afspeelt in Gaza is een veralgemening en collectivisering van de jacht met een volledige bevolking als doelwit. Palestijnen zijn prooien, of worden geacht dat te zijn, omdat ze allemaal als potentiële terroristen worden aanzien.

Daarbij heeft Israël zich het absolute recht toegeëigend om te doden. Confrontatie wordt gemeden door de oorlog in toenemende mate te verticaliseren: de dood komt uit de lucht gevallen, onverwacht en onaangekondigd, maar ook onmogelijk te bekampen.

Foto: universonline.nl

De vijand blijft grotendeels onzichtbaar. Gaza wordt zo omgevormd tot een driedimensionale ‘kill box’ waarin moord buiten ieder recht om wordt gedoogd. Dit heeft weinig tot niets te maken met een klassieke ‘oorlog’, zelfs niet met een ‘conflict’.

Mijn stelling is dus dat deze genocide de te verwachten uitkomst is van een paradigma waarin buitengerechterlijke moord werd genormaliseerd. Dit is een paradigma waar alle westerse staten trouwens zonder veel aarzelen mee hebben ingestemd onder het mom van ‘bescherming en veiligheid’.

Toch is het ook belangrijk om te wijzen op historisch continuïteiten en bredere historische contexten die tot dit nieuwe paradigma hebben geleid. Zo kan de oorlog tegen terreur zelf, en de definitie van de terrorist, niet worden losgezien van de uit het verleden stammende (neo-)koloniale en imperialistische verhoudingen die nog steeds de huidige wereldorde structureren.

Het feit dat een organisatie als Hamas steevast geduid wordt als ‘terreurorganisatie’ en dat de staat Israël nooit terroristisch wordt genoemd, is een duidelijke uitdrukking van die verhoudingen.

Israël is een expliciet koloniserende mogendheid die een essentiële schakel is van de neokoloniale architectuur van het Amerikaanse imperium. Iedere vijand van het imperium wordt vandaag weggezet als ‘terrorist’.

We zullen zien dat naarmate de druk op het imperium toeneemt ook de categorie van terrorist verder zal worden uitgebreid. Vandaar ook dat de manier waarop pro-Palestijnse actievoerders meermaals publiekelijk wordt gevraagd Hamas als terreurorganisatie te veroordelen vóór ze eender welke kritiek mogen uiten, niet onschuldig is.

Het introduceert namelijk de binaire logica waarin legitieme oppositie in geen tijd kan worden weggezet als terrorisme – met alle gevolgen van dien.

Daarnaast toont de manier waarop terrorisme wordt bestreden – namelijk door uitroeiing – duidelijke overeenkomsten met de klassieke koloniale ‘oorlogen’. Eigen aan de koloniale, expansieve ‘oorlogen’ was dat het eigenlijk geen oorlogen waren, maar jachtpartijen gericht op uitroeiing. Autochtone volkeren werden niet gezien als politieke tegenstanders maar als te verdrijven hindernis of te neutraliseren gevaar.

Net zoals de koloniale verhouding bedient de oorlog tegen terreur zich van een verschuivend en geracialiseerd onderscheid tussen levens die bescherming waard zijn en levens die straffeloos kunnen gedood worden.

Of, anders verwoord, tussen het binnengebied van de rechtsorde waar fundamentele rechten gelden en een buitengebied waar het recht in naam van veiligheid zichzelf opschort. Het is die logica die zich in de neokoloniale wereld opnieuw verspreidt, onder andere via de veralgemening van de oorlog tegen terreur.

Voor de Albert Heijn. Foto: universonline.nl

Wat vandaag uitzonderlijk lijkt is dat in het licht van de geschiedenis eigenlijk niet. De geschiedenis van de liberale democratie is vervlochten met die van koloniale overheersing en genocide. De oorlog tegen terreur en de genocide in Gaza zijn de meest recente gedaanten van een eeuwenoude logica.

Laat me tot een voorzichtige conclusie komen. Dat het hedendaagse liberalisme kan uitmonden in een genocidale logica kan deels verklaard worden door de dominante logica inherent aan de oorlog tegen terreur.

Door buitengerechterlijke moord te gedogen, werd de deur opnieuw opengezet voor de mogelijkheid van buitengerechterlijke collectieve moord, gericht op een bevolking als geheel.

Deze ontwikkeling kan echter op zijn beurt niet los worden gezien van een bredere en langere geschiedenis van koloniale oorlogen die geen overwinning maar vernietiging van de inheemse bevolkingen op het oog had.

Wat dit impliceert is dat de strijd voor de bevrijding van Palestina noodgedwongen moet ingebed zijn in een bredere antikoloniale strijd, ook hier aan de universiteit.

Die antikoloniale strijd gaat niet alleen over het diversifiëren van curricula, maar evengoed over het wijzigen van reëel bestaande koloniale en imperialistische machtsverhoudingen.

De samenwerkingsverbanden met Israëlische academische instituties zijn daar een concreet voorbeeld van. Die banden dienen daarom zo snel mogelijk worden doorbroken.

 

Lees ook: Steun Nederlandse academici aan studentenprotesten Palestina

Note:

[1] Eender welke militaire of politieke actie van een staat of groepen van staten om de activiteiten van burgeropstanden, guerrilla, revolutionairen te verhinderen, te blokkeren en uit te roeien. Kort gezegd: elke militaire of politionele actie om verzet tegen de status quo te vernietigen.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!