Bij zijn aantreden als president in 2014 zette president Joko Widodo (62), bijgenaamd Jokowi, volop in op economische ontwikkeling. Zijn regering nam maatregelen om infrastructuurwerken te realiseren, kleine ondernemers te stimuleren en de inflatie onder controle te houden. Enkel de pandemie kon zijn economisch beleid afremmen.
Widodo heeft nog geprobeerd om de verkiezingen uit te stellen, zodat hij meer tijd zou hebben om die achterstand weg te werken. Na twee ambtstermijnen moet er volgens de grondwet echter een nieuwe president komen.
De uittredende president steunt de kandidatuur van defensieminister Prabowo Subianto (72) en zijn 36-jarige running mate Gibran Rakabuming Raka. Gibran is burgemeester van de Javaanse stad Surakarta maar bovenal, en niet toevallig, Widodo’s zoon.
Officieel is hij te jong voor de functie van vicepresident. Inderhaast heeft het Hooggerechtshof de wet aangepast zodat hij toch kan deelnemen.Twee tegenkandidaten scoren niet zo goed in de peilingen
Het ziet er dus naar uit dat huidig president Jokowi achter de schermen aan de macht zal blijven, met Prabowo als nieuwe president. Dat vooruitzicht baart vooral mensenrechtenorganisaties zorgen.
Zij brengen ex-militair Prabowo in verband met moorden op activisten en journalisten. Ook zou hij banden hebben met burgerdoden in buurland Oost-Timor.
Geen commentaar
Human Rights Watch (HRW) heeft de drie presidentskandidaten gevraagd een enquête in te vullen over hun beleid. Die vragen gingen onder meer over persvrijheid, vrouwen- en homorechten, maar ook over de moorden in Oost-Timor. Tegenkandidaten Pranowo en Baswedan beantwoordden de vragenlijst, waarin ze geweld afkeuren. Prabowo reageerde niet.
Critici vrezen dat Prabowo lokale en regionale verkiezingen wil afschaffen om meer macht naar zich toe te trekken. In de jaren 1990 zijn nochtans hervormingen doorgevoerd met decentralisatie als kernwoord.
Het aantreden van Prabowo als president zou een terugkeer kunnen betekenen naar het ‘oude systeem’ van dictator Soeharto, die een militair regime leidde van 1968 tot 1998, na een door de VS ondersteunde staatsgreep tegen de democratisch verkozen regering.
