De ‘open coördinatiemethode’ (OCM), waarmee de Europese Unie tien jaar lang experimenteerde op sociaal gebied, wordt nu met succes toegepast in heel in de wereld.
De leiders besteden hun energie aan de ontwikkeling van “indicatoren van buitensporige onevenwichten”, die dan zullen helpen om de slechte leerlingen in de klas te identificeren. Geen enkel bindend mechanisme, met uitzondering van diegene die bezuinigingen aanmoedigen, zal worden opgelegd om het evenwicht te herstellen.
Mondiale onevenwichten
Wat de economische en financiële indicatoren betreft, is de aanpak van de G20 in elk geval minder blind dan die van Europa. In de EU worden alleen de landen met een begrotingstekort gestigmatiseerd.
Duitsland, dat zijn handelsoverschotten opdringt aan de rest van de Unie, is zogenaamd ‘deugdzaam’. Het gewicht van de Verenigde Staten (met een ernstig begrotingstekort) in de G20, verhindert dat een dergelijke aberratie klakkeloos wordt overgenomen. China, Japan en Duitsland worden er – heel impliciet op dit moment – attent op gemaakt zich schuldig te maken aan het veroorzaken van mondiale onevenwichten door hun agressief economisch beleid.
Maar om de slaagkansen van een gezamenlijke aanpak van deze mondiale onevenwichten te verhogen, moet ook de VS een herziening aanvaarden van de hegemonie van de dollar. En dat is verre van voordehandliggend. Het is ook absoluut nodig dat de G20 de overheersing van de financiële wereld aanpakt, die verlekkerd is op jojo spelen met valuta en grondstoffen, met inbegrip van de landbouwgrondstoffen.
Vanuit dit oogpunt zijn de resultaten van de voorbije G20-top ronduit desastreus.
Magere resultaten
De financiële transactietaks – zogezegd de prioriteit van het Franse voorzitterschap van de G20 – komt niet meer voor in de conclusies van de top van Washington.
Belastingparadijzen bieden nog steeds straffeloos hun diensten aan bij de speculanten en fraudeurs van de hele wereld. Hierdoor blijven grote bedrijven in staat om monsterdividenden uit te keren op een groei, gesteund op het ontwijken van belastingen.
De “strijd tegen de volatiliteit van de grondstoffenprijzen” blijft beperkt tot de eis voor meer transparantie op de derivatenmarkten van landbouwgrondstoffen (de futures-markten).
Het voorstel tot plafonnering van sommige speculanten (een maatregel vorig jaar door de VS voorgesteld) werd ingediend, maar werd uitgesteld tot de volgende G20-bijeenkomst. Het zijn maatregelen die, zelfs als ze worden aangenomen, slechts een marginale invloed hebben op prijsschommelingen.
De futures-markten beogen zogenaamd de bescherming van de agrarische producenten tegen prijsschommelingen. Als doelwit van speculanten, zijn deze markten één van de oorzaken van de prijsvolatiliteit.
Ze moeten niet alleen drastisch gereguleerd worden, ze moeten bovendien hun bestaansgrond verliezen, door het herstellen van een sterke regulering van de agrarische markt, inclusief een politiek van aangelegde voorraden en gegarandeerde prijzen. Er moeten vraagtekens worden geplaatst bij de OCM-overeenkomsten, in tegenstelling tot wat ieder jaar bepleit wordt door de G20.
Een internationale coalitie van organisaties en vakbonden bereidt zich voor op de komst van de G20 in Cannes in november 2011, na de G8 in Deauville in de maand mei. Het komt erop aan de wereldleiders te wijzen op de eisen van de burgers overal ter wereld , en zo “de mensen voor de financiën” te laten komen.
Voor de G20 is het echter nog steeds business as usual: “de financiën boven de mensen”.
Eric Goeman
Eric Goeman is woordvoerder van Attac Vlaanderen.