1st Bachelor Directing RITCS Brussels (Foto: Facebookgroup +60%)
Opinie - Philippe Verkinderen

Wat zegt een toegekende Vlaamse subsidiëring straks nog over een project?

Het probleem van het nieuwe Vlaamse cultuurbeleid gaat dus verder dan zomaar het doodknijpen van de kunsten die volgens een populistisch buikgevoel toch niet gemist zouden worden wanneer ze verdwenen zouden zijn; ze infecteert met haar plannen meteen ook hetgene wat wel nog gesubsidieerd wordt. Ze devalueert elke kunstige uiting die ze aanraakt, doordat ze er openlijk ideologische voorwaarden aan heeft vastgehangen, en sleurt daarmee potentieel ook de geloofwaardigheid van een hele culturele sector naar beneden.

maandag 18 november 2019 11:42
Spread the love

Philippe Verkinderen

De afgelopen dagen kon je er moeilijk, zo niet onmogelijk om heen: de aangekondigde besparingen voor de cultuursector en de talloze reactie daarop van artiesten, cultuurliefhebbers of mensen die in het algemeen houden van een gezonde verstandhouding tussen de machthebbers en de verhalenvertellers van een maatschappij. Die clash tussen de overheid en de cultuursector stond al eigenlijk al in de sterren geschreven sinds de Vlaamse overheid besloot niet echt met een minister van cultuur te werken, maar eerder met een ‘minister die er cultuur bijpakt’.

Nu de plannen bekend zijn, ligt de focus bij de bezorgde kunstenaars(organisaties) die vrezen dat ze met het nieuwe beleid buiten de boot zullen vallen en zonder subsidies amper nog een mogelijkheid zullen hebben om vrije, kritische creaties te maken. Maar wat met de mensen die wel nog in de boot zitten? De vakmensen die ook binnen de cultuursector vallen maar niet bij de slachtoffers horen? Daarbij denk ik in de eerste plaats, omdat ik er zelf actief in ben, met name aan de filmsector en de Vlaamse letteren.

Want hoewel het erg genoeg is dat het droogleggen van subsidies voor sommige onafhankelijke, vooruitstrevende takken van de kunsten de doodsteek kan betekenen, is de vraag ook maar wat er daarna nog overblijft van de glans en reputatie van wat er cultureel wel nog door deze overheid gesubsidieerd zal worden. Wat zal een toegekende Vlaamse subsidie in de toekomst over een project zeggen? Wat zal het betekenen om op je promomateriaal de melding ‘gesteund door de Vlaamse overheid’ te moeten drukken? Welk signaal zal dat uitzenden na alle commotie over de vereiste om Vlaamse waarden en tradities te reflecteren in de te subsidiëren kunst? Wordt het Vlaamse logo op je project dan een stempel waaruit blijkt dat wat je doet goedgekeurd is door een steeds rechtser oprukkende politiek?

Een keurmerk (misschien zelfs brandmerk) dat inhoudt dat ze beantwoordt aan een politieke visie die het publiek voorhoudt wat ‘Vlaams zijn’ moet inhouden? En evolueert ze van daaruit mogelijks zelfs tot een waarschuwing dat het project politiek besmet is, voor een partijpolitieke kar gespannen en dus meer als promotieproject geldt voor een opgelegd ideaal dan als een vrij en artistiek geheel? En zo ja, waarom valt het steunen van zo’n project dan nog onder de cultuursector in plaats van de toerismesector?

Een andere denkoefening: morgen ga ik een stuk maken over Vlaanderen anno 2019. Ik ga een zo eerlijk en divers mogelijk beeld schetsen van wat ik als artiest zie en ervaar; een pluralistische samenleving met talloze uiteenlopende bijhorende meningen. Ik ga het daarin ook hebben over de concrete en uiterste consequenties van de heersende politieke ideologie. Het wordt een kritisch en met momenten snoeihard stuk dat zijn pijlen voornamelijk op de politiek richt. Niet vanuit rancune, maar vanuit de noodzaak van een kunstenaar om de heersende opvattingen creatief te benaderen en zich als individu te verhouden tegenover verschillende heersende ideologieën, zonder ze simpelweg van de hand te doen enerzijds of er volledig mee samen te vallen anderzijds. Ik zal dus, in het kort, aan de

Vlaamse overheid vragen om een satirestuk over zichzelf te faciliteren. Hen geld vragen om hen te kunnen bekritiseren. Kan dat dan nog? En zo nee, waarom niet? Is het een kwestie van de cultuursector die de hand niet mag bijten die ze voedt? En in dat geval: wat zegt het over de intenties van die voedende hand? Voedt die hand dan enkel bij gehoorzaamheid van de sector? Om ze dan maar te laten verhongeren wanneer die haar creatieve en kritische functie probeert te volmaken?

Met steun van de Vlaamse overheid wordt scheldwoord

Het probleem van het nieuwe Vlaamse cultuurbeleid gaat dus verder dan zomaar het doodknijpen van de kunsten die volgens een populistisch buikgevoel toch niet gemist zouden worden wanneer ze verdwenen zouden zijn; ze infecteert met haar plannen meteen ook hetgene wat wel nog gesubsidieerd wordt. Ze devalueert elke kunstige uiting die ze aanraakt doordat ze er openlijk ideologische voorwaarden aan heeft vastgehangen, en sleurt daarmee potentieel ook de geloofwaardigheid van een hele culturele sector naar beneden.

In deze tijden wordt ‘Vlaams’ als woord steeds meer gekaapt voor een afgelijnde ideologie. Dit fenomeen wordt enkel nog erger in termen van kunst: artistieke uitingen die besteld en betaald werden door een politieke klasse in functie van het versterken van een politieke agenda. Met die connotatie wordt de vermelding “met steun van de Vlaamse overheid“ een scheldwoord en een aanfluiting van de artistieke vrije geest.

De culturele instituten en instellingen die wel nog steun krijgen van de Vlaamse overheid dreigen zo zelfs in een schizofrene situatie terecht te komen. Enerzijds ‘dankbaar’ dat ze de uitverkoren disciplines zijn die nog steun kunnen ontvangen, maar meteen ook monddood voor de strijd die ze in solidariteit voor de brede cultuursector kunnen betekenen. Op dat potentieel vuur gooide minister Jambon zelfs al gretig olie door te suggereren dat de cultuursector zelf met een verdeling van het beschikbare cultuurbudget mocht komen. Met andere woorden: bekamp mekaar in de kunsten, vecht het onderling uit en kom als enige overlevende maar zeggen naar wie we de kruimels moeten storten voor onze promodoeleinden.

Dat terwijl het de klaarblijkelijk de bedoeling is om de excellerende talenten naar boven te laten drijven. In de plaats daarvan dreigt de projectsteun van Vlaanderen net een merkteken te zijn van onderdanigheid en volgzaamheid die bijzonder on-Vlaams is in de kunsten: vraag dat maar eens aan de internationale kunsthuizen waar we op handen worden gedragen voor onze originaliteit, vernieuwing en lef.

 

Philippe Verkinderen is schrijver en scenarist.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!