Foto: Benjamin Schoonenberg. Studentenprotest UvA
Opinie - Anya Topolski, et al

Universiteiten claimen op te komen voor Joodse mensen, maar luisteren niet naar Joodse medewerkers

Docenten van Joodse afkomst roepen Nederlandse universiteiten op om hun banden met Israëlische kennisinstellingen te verbreken vanwege de Gaza-oorlog, en niet mee te gaan in het frame van antisemitisme.

maandag 8 juli 2024 14:46
Spread the love

 

Wij zijn Joodse en Israëlische docenten, onderzoekers en emeriti aan Nederlandse universiteiten met uiteenlopende politieke overtuigingen, culturele achtergronden en gradaties van religieuze identificatie en naleving. Sommigen van ons geven les over en doen onderzoek naar Joodse geschiedenis, naar de Holocaust, of naar verschillende vormen van racisme, anderen naar kolonisatie en Israël/Palestina, of naar hele andere onderwerpen die niet direct met Joodse thema’s te maken hebben.

Voor sommigen van ons staat ons professionele leven direct in verband met onze identificatie met het Jodendom en de oproep tot rechtvaardigheid die we daarin vinden (Misjna Avot 1:18: “De wereld berust op drie dingen: op gerechtigheid, waarachtigheid en vrede”), voor anderen niet.

We zijn diep verontrust over de opkomende golf van retoriek die kritiek op wat wij beschouwen als Israëls genocide in Gaza verwart met antisemitisme

We zijn echter allemaal diep verontrust over de opkomende golf van retoriek die kritiek op wat wij beschouwen als Israëls genocide in Gaza verwart met antisemitisme, en het misbruik daarvan om overheids- en/of politie-inmenging in het hoger onderwijs en de vaak gewelddadige onderdrukking van het studentenprotest te rechtvaardigen.

Dit allemaal onder het mom van het ‘beschermen’ van de gevoelens van Joodse studenten en medewerkers. Zoals Emma Lazarus, een Joodse dichteres, in de 19de eeuw schreef: “Niemand is vrij totdat wij vrij zijn.” Dit geldt ook voor de kwestie van veiligheid, op de campus en in Gaza.

Onmiddellijk staken

Op 25 mei beval het Internationaal Gerechtshof Israël om de aanval op Rafah onmiddellijk te staken en om het recht van de Palestijnen op bescherming tegen genocide te waarborgen. Dit was het derde keer dit jaar dat het hof de acties van het Israëlische leger scherp veroordeelde in de context van een zaak die door Zuid-Afrika tegen Israël was aangespannen, dat het beschuldigde van het schenden van het Genocideverdrag.

We staan achter de studenten in Nederland, waaronder veel Joodse studenten, die solidair zijn met de Palestijnen in Gaza en zich hebben aangesloten bij de internationale studentenbeweging die protesteert tegen een oorlog die duizenden universitaire studenten en docenten heeft gedood en elke universiteit in Gaza met de grond gelijk heeft gemaakt in een systematische daad van ‘scholasticide’. Als Joden, als docenten en als mensen staan wij achter hen.

Zionisme

Tegen meerdere studentenkampementen en -protesten is een framing ingezet die kritiek op zionisme of op Israël als antisemitisme ziet en deze misbruikt als rechtvaardiging voor onderdrukking en geweld. Rechten die ons dierbaar zijn, zoals vrijheid van meningsuiting, academische vrijheid, vrijheid van protest en vrijheid van vergadering, worden monddood gemaakt. We willen duidelijk maken dat kritiek op de staat Israël, de Israëlische regering en het Israëlische leger of de zionistische ideologie (op zichzelf) niet antisemitisch is.

De bewering dat de solidariteitsprotesten met de Palestijnen de facto een gevaar vormen voor Joodse mensen is echter een roekeloze verdraaiing van de feiten

Antisemitisme moet altijd en overal aan de kaak worden gesteld, en nergens is men daar immuun voor (ook niet de partijen die de verklaring tegen Jodenhaat hebben ondertekend). De bewering dat de solidariteitsprotesten met de Palestijnen de facto een gevaar vormen voor Joodse mensen is echter een roekeloze verdraaiing van de feiten.

Bron van schaamte

Wanneer er cynische beschuldigingen van antisemitisme worden geuit, belemmeren deze ons in onze inspanningen om antisemitisme te bestrijden. De wereld zweeg tijdens de genocide op de Joden, Roma en Sinti en andere Europese gemeenschappen; dit was een groot onrecht en een bron van schaamte. Om dat zwijgen vandaag te herhalen, terwijl we kijken naar een genocide die live wordt uitgezonden, is een tragische en respectloze manipulatie van de Holocaust en veel van onze persoonlijke familieverhalen.

Veel universiteitsbesturen staan niet open voor een dialoog met leden van de Joodse gemeenschap die openlijk kritisch staan tegenover Israël

In onze ervaring staan veel universiteitsbesturen niet open voor een dialoog met leden van de Joodse gemeenschap die openlijk kritisch staan tegenover Israël of de kampementen steunen. We maken daarom bezwaar tegen de misleidende beweringen van de universiteit om namens ons te spreken. We voelen ons ook niet vertegenwoordigd door het CIDI, het Centraal Joods Overleg, de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding en andere staats- dan wel particuliere instanties die beweren namens alle Joden in Nederland te spreken.

Antisemitische stijlfiguur

Het karakteriseren van Joden als een uniforme massa met één standpunt is een veelgebruikte en verraderlijke antisemitische stijlfiguur. We vragen u dringend om te luisteren naar – en te leren van – onze studenten die er bij de universiteiten op hebben aangedrongen om hun medeplichtigheid aan de catastrofe in Gaza te erkennen.

Deze medeplichtigheid omvat ook de inspanningen om de werkdefinitie van antisemitisme van de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA) wettelijk vast te leggen, een definitie die uitgebreid bekritiseerd is, omdat deze antisemitisme verwart met legitieme kritiek op Israël.

In lijn met de toewijding van onze universiteiten aan academische vrijheid en democratisch bestuur, moedigen wij u aan om het voorbeeld te volgen van universiteiten over de hele wereld die een zinvolle dialoog aangaan met protesterende studenten en tegemoetkomen aan veel van hun eisen, zoals het openbaar maken van de banden met Israël en (het instellen van) een boycot, desinvesteringen en sancties tegen Israël.

Pepijn Brandon, hoogleraar Mondiale economische en sociale geschiedenis, Vrije Universiteit Amsterdam
Elena Burgos Martinez, universitair docent Zuid- en Zuidoost-Azië Studies, Universiteit Leiden
Hilla Dayan, docent Sociale wetenschappen, University College Amsterdam
Jacob Engelberg, universitair docent Film, media en cultuur, Universiteit van Amsterdam
Erella Grassiani, universitair hoofddocent Antropologie, Universiteit van Amsterdam
Jeff Handmaker, universitair hoofddocent Rechtssociologie, Erasmus Universiteit Rotterdam
Joost Kircz, emeritus professor Elektronisch uitgeven, Hogeschool van Amsterdam
Shifra Kisch, universitair docent Antropologie, Universiteit Utrecht
Alessandra Benedicty-Kokken, universitair docent, Literatuurwetenschappen, Universiteit van Amsterdam
Anna Mai, postdoctoraal onderzoeker, Max Planck Institute for Psycholinguistics
Tzula Propp, postdoctoraal onderzoeker, Technische Universiteit Delft
Noa Roei, universitair docent, Literatuurwetenschappen, Universiteit van Amsterdam
Patricia Schor, postdoctoraal onderzoeker, Vrije Universiteit Amsterdam
Anya Topolski, universitair hoofddocent Wijsgerige ethiek en politieke filosofie, Radboud Universiteit
Markha Valenta, universitair docent, Politicologie, Universiteit Utrecht

 

Dit opiniestuk verscheen eerder in de Volkskrant.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!