Foto: ArcheoNet Vlaanderen, Flickr / CC BY-NC-SA 2.0 (More information about the rights of this work, see below article)
Opinie - Andreas De Block

Universiteit te links? Rechts van antwoord

Universiteiten zijn te links, dat stelt Andreas De Block in zijn recent uitgekomen boek 'Is links gewoon slimmer'. Seppe De Meulder schreef een recensie, De Block reageert.

donderdag 28 september 2023 16:19
Spread the love

 

Als je een boek schrijft, hoop je dat het enige aandacht krijgt. Daarover mag ik alvast niet klagen. Tegelijk hoop je natuurlijk op de juiste aandacht. Daar loopt het af en toe wat mis, zo heb ik mogen ervaren. Te veel reacties waren gebaseerd op een vluchtige lezing van een interview in De Standaard. Veel reacties gaven ook niet echt blijk van een grondige kennis van het wetenschapsbedrijf, laat staan van wetenschapsfilosofie. Voor alle duidelijkheid: dat gold zowel voor de positieve reacties uit rechtse hoek, als voor de negatieve reacties van links. Het zag er naar uit dat het boek vooral weinig vruchtbare polemiek zou opleveren.

Ik ben dan ook erg blij met de inhoudelijke en geïnformeerde recensie van Seppe De Meulder, die zich een bekwaam en eerlijk criticus toont. Een van de centrale ideeën in het boek impliceert dat de beste kritiek op dit boek zal komen van verstandige linkse mensen die bereid zijn tot een constructief dialoog. Seppe De Meulders recensie suggereert dat ik alvast op dat vlak gelijk heb.

Ik verdedig veel stellingen in het boek. De recensie gaat vooral in op 4 van die stellingen. Ik overloop deze vier stellingen, geef de kritiek en leg vervolgens uit in welke mate de kritiek doel treft.

Klik hier om de recensie te lezen. 

1. De meeste onderzoekers zijn links.

Academici uit nagenoeg in alle disciplines stemmen op meer linkse partijen dan de gemiddelde hoogopgeleide, ze hebben ook linksere opinies, en ze identificeren zich ook linkser dan gemiddeld. De nuances in verband met verschillen tussen regio’s en disciplines komen ook in het boek uitgebreid aan bod. Op dit punt volgt de recensie dus mijn interpretatie van de cijfers.

2. De oververtegenwoordiging van links wordt vooral veroorzaakt door zelfselectie. Ook discriminatie speelt een rol.

De wetenschappelijke literatuur over dit thema is complex. Iedereen lijkt het erover eens dat intelligentie geen rol van betekenis speelt. En ook al is er redelijk wat onduidelijkheid over het relatieve belang van de verschillende andere oorzaken, niemand ontkent dat zelfselectie een belangrijke verklaring is voor de oververtegenwoordiging van links. Bovendien is er ook behoorlijk wat evidentie voor discriminatie tegen rechtse onderzoekers of tegen onderzoekers met rechtse overtuigingen.

Op dit punt neemt de recensie van Seppe De Meulder een wat merkwaardige wending. Hij stelt namelijk dat dit geen “echte verklaringen” zouden zijn. Het zijn natuurlijk wel echte verklaringen. Wat ik in het boek wel benadruk, is dat die verklaringen niet uitleggen hoe het beeld van een linkse universiteit is ontstaan. Alleen als dat beeld er is, kan er zelfselectie op gang komen. Nu geef ik graag toe (ook in het boek!) dat we over de oorsprong van dat beeld eigenlijk weinig informatie hebben. Misschien heeft het beeld van een linkse universiteit te maken met de anti-religieuze tendensen in Harvard (zoals de linkse socioloog Gross denkt), misschien is de oorzaak een klein verschil in attitude ten aanzien van de kracht van de rede (zoals Seppe denkt). Wat wel duidelijk lijkt, is dat het beeld van de linkse of progressieve universiteit vooral in de eerste twee decennia van de twintigste eeuw tot stand kwam. Ook zijn er aanwijzingen dat – zoals Seppe slim speculeert – de toegenomen publieke financiering van de universiteiten en de gespannen verhouding tussen academici en hun kapitaalkrachtige privé-financiers er voor iets tussen zitten.

De kritiek dat mijn verklaring circulair is, is bijgevolg onjuist. De aanvullingen op de verklaring voor het oorsprong van het idee van de ‘linkse universiteit’ zijn interessant, maar hebben niet veel belang voor mijn andere stellingen of voorstellen.

3. De oververtegenwoordiging van links zorgt er mee voor dat wetenschappers bepaalde dingen op een te eenzijdige en niet altijd even betrouwbare wijze onderzoeken.

Dit idee is zonder enige twijfel het centrale idee van het boek. Het stemt me dan ook heel tevreden dat de linkse recensent het ‘overtuigend’ vond. Niettemin klinkt er ook hier wel enige kritiek. De kritiek is dat ik de belangrijke ideologische verschillen ter linkerzijde onder de mat zou schuiven. Links is ideologisch veel verscheidener dan ik pretendeer.

Ik geef graag toe dat links – net als rechts – een huis met vele kamers is, waarvan sommige kamers zich op grote afstand van elkaar bevinden. In die zin zijn sommige van mijn formuleringen niet erg gelukkig. Ik erken ook dat de diversiteit ter linkerzijde relevant kan zijn voor enkele van de thema’s die ik aansnijd, en dat die diversiteit in het boek misschien te weinig aan bod komen. Maar de ideologische onenigheid op links maakt geen groot verschil voor de centrale stelling. Als ik schrijf dat bepaalde domeinen (haast) uniform links neigen, dan betekent dit vooral dat (bijna) iedereen in die onderzoeksgemeenschap zich als links identificeert (en links stemt en …). Voor mijn argument volstaat dat ook. Het impliceert immers dat ‘rechtse’ vragen, concepten, hypothesen en resultaten in het algemeen op veel minder interesse, steun en publicatie zullen kunnen rekenen dan ‘linkse’ vragen, concepten, hypothesen en resultaten.

Daarnaast voegt de recensent ook nog toe dat sponsoring van onderzoek door bedrijven voor vertekeningen kan zorgen. Ik ben het daar mee eens, zoals ik op verschillende plaatsen in het boek uitleg en illustreer. Sterker nog, mijn volgende boekproject is voor een groot deel aan deze problematiek gewijd.

4. Het overwicht van links versterkt het rechtse wantrouwen in wetenschap.

Er lopen volgens Seppe De Meulder twee pleidooien door elkaar. Mijns inziens zijn ze duidelijk onderscheiden, maar dat is natuurlijk maar bijzaak. Belangrijker is misschien dat bijna de helft van de recensie ingaat op nauwelijks de helft van een van de 34 secties van het boek. Om het anders te formuleren: bijna de helft van de recensie spitst zich toe op twee bladzijden in het hele boek. Je kan het de recensent natuurlijk niet kwalijk nemen vooral aandacht te besteden aan wat hij ziet als problemen, veeleer dan te beklemtonen hoe veel interessants er in het boek te vinden is. Niettemin is de hyperfocus op zo’n korte sectie wel een indicatie dat er misschien wel iets deugt aan het boek.

Nu goed, wat beargumenteer ik in deze korte sectie? De sectie gaat in op het tanende vertrouwen van rechts in de wetenschap. Dat tanende vertrouwen wordt waarschijnlijk mee veroorzaakt door het linkse overwicht in de academie. De toename van de anti-wetenschappelijke attitude is nefast voor het rechtse individu. Die zal bijvoorbeeld vaccinaties weigeren met alle risico’s van dien. Maar die anti-wetenschappelijke houding is ook een probleem voor de wetenschap zelf, omdat de wetenschap voor haar financiering afhankelijk is – ten minste in een democratie – van een redelijk brede steun bij de bevolking.

De recensie suggereert dat ik het antwoord op dit probleem zoek in een verregaande democratisering van de wetenschap. We zouden democratisch moeten beslissen wat moet onderzocht worden. Ik ben het evenwel met de recensie eens dat dit een bijzonder slecht idee is. Ik verdedig die positie dan ook niet. Wat ik wel schrijf is dat een ideologisch meer diverse wetenschap meer zal aansluiten bij de zeer uiteenlopende waarden die je in een democratie als de onze vindt en dat dit een goede zaak is voor de steun voor wetenschap, maar ook voor de diversiteit van vragen die in de wetenschap zullen gesteld worden.

Toegegeven, ik schrijf daarnaast dat een ideologisch meer diverse wetenschap beter de belangen van de samenleving dient. Dat kan aanleiding geven tot misverstanden. Wat ik bedoel is dat wetenschap minstens ten dele tot doel heeft de wereld beter te maken. Als we het eens zijn over wat ‘een betere wereld’ inhoudt, stelt dat geen grote problemen. Iedereen vindt het goed dat we meer middelen investeren in onze zoektocht naar kankertherapieën dan in de studie van symboliek in de oud-Duitse literatuur. Zelfs de hoogleraar oud-Duitse literatuur is het daarmee eens. Als we het echter oneens zijn over welke wereld een betere wereld is (bijvoorbeeld een met meer economische groei of een met meer biodiversiteit), dan lijkt het me goed voor de samenleving dat beide idealen vertegenwoordigd zijn in de onderzoeksgemeenschap.

Hoe dan ook vergt het wel wat mentale gymnastiek om in mijn voorstel een voorstel tot verenging van de wetenschappelijke aandacht te zien. Het is integendeel en uitdrukkelijk een pleidooi voor een bredere, meer diverse wetenschap, niet in het minst omdat die er beter in zal slagen zichzelf te corrigeren.

 

Lees hier het antwoord op de repliek van De Block.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!