Foto: Pixabay / Public Domain
Essay -

Tegen mental health

Mijn naam is Seppe, ik sprak al met een psycholoog en ik ben tegen 'mental health'. Begrijp me niet verkeerd. Een mens leeft niet van brood alleen. Dat een mens ook nood heeft aan vertrouwen, verbinding, passie, zingeving, daarvan hoef je me niet te overtuigen. Het enige wat ik me afvraag, is of het helpt om die noden te reduceren tot een kwestie van (mentale) gezondheid.

donderdag 14 september 2023 14:24
Spread the love

 

In een wereld die steeds meer in functie staat van de productie van materiële welvaart voor een kleine groep, is een verhoogde aandacht voor het mentale welzijn van de mensen die al deze welvaart moeten produceren meer dan welgekomen. Toch bekruipt me bij campagnes die het taboe rond mentale gezondheid willen doorbreken een ongemakkelijk gevoel.

Gevoelens moet je serieus nemen, zeker ook de ongemakkelijke. Omdat je niet kan weten zonder te voelen, probeer ik in deze tekst iets te weten te komen over waar dat ongemakkelijke gevoel vandaan komt.

Nietszeggende vanzelfsprekendheden

Het lijkt soms alsof hoe meer er over mental health gesproken wordt, hoe minder er gezegd wordt. Alsof steeds maar weer herhaald wordt dat ‘er’ meer over gesproken moet worden, zonder dat er ooit dieper op ingegaan wordt, omdat men geen idee lijkt te hebben waarop die ‘er’ dan precies slaat, laat staan dat we te weten komen wat daarover gezegd zou kunnen worden.

Het lijkt soms alsof hoe meer er over mental health gesproken wordt, hoe minder er gezegd wordt 

‘Gewoon jezelf kunnen zijn’, daar zou het allemaal om gaan, zo horen we steeds weer. Twee jaar geleden was dat ook het thema van De Warmste Week. Maar als ‘jezelf’ iets is dat je niet eenvoudigweg bent maar dat je hebt te zijn, hoe zou dit dan ooit ‘gewoon’ kunnen zijn? Nog los van de vraag of het mogelijk of wenselijk is om de afstand tot onszelf op te heffen. Vanzelfsprekend lijkt me dat allerminst.

Misschien is het dat waar dat ongemakkelijke gevoel vandaan komt; de vanzelfsprekendheid waarmee men spreekt over zaken die voor mij helemaal niet zo vanzelfsprekend aanvoelen. “Als ik mijn been heb gebroken, dan moet ik naar de dokter. Als ik problemen heb in het hoofd, dan moet ik naar de psycholoog”, zo klinkt het. Maar klopt die analogie ook? Moet een gebroken hart genezen worden, zoals dat bij een gebroken been het geval is? En hoe en door wie wordt er dan bepaald wanneer een hoofd of hart gezond is?

Depressieve ijsberen en honden met ADHD

Misschien helpt het om een helderder zicht te krijgen als we even afstand nemen en het bij wijze van gedachte-experiment even niet hebben over onze eigen mentale gezondheid, maar die van onze huisdieren. Dat ‘het taboe’ op psychische zorg doorbroken moet worden, is ondertussen gemeengoed. Het idee om je kat of hond naar de psychiater te sturen, lijkt veel minder vanzelfsprekend.

Nochtans gebeurt het wel degelijk. Nicholas Dodman is één van de meest befaamde specialisten in de diergeneeskunde van de Verenigde Staten en professor aan Tufts University. Xanax voorschrijven voor papegaaien, Rilatine voor honden of Prozac voor ijsberen is voor hem een kwestie van routine. Ongeveer de helft van de dierentuinen in de Verenigde Staten geeft toe dat ze medicijnen uit de psychiatrie toedienen aan hun dieren.

De symptomen van de dieren die professor Dodman behandelt zijn heel reëel en de behandeling blijkt erg effectief te zijn. Honden die constant aten, op de muren afliepen en niet ophielden met blaffen, werden na toediening van Rilatine plots rustig. IJsberen die eindeloos in rondjes blijven lopen, blijven met wat Prozac rustig op hun plek zitten.

“De behandelde ziekte is het gevolg van domesticatie”

In zekere zin zou je kunnen zeggen dat de honden ADHD hebben en de ijsberen depressief waren. De vraag is in welke mate dat een voldoende verklaring is. “Geen enkele ijsbeer in het wild vertoont dergelijk gedrag”, geeft ook professor Dodman aan. “De behandelde ziekte is het gevolg van domesticatie. Als ze niet in een kooi zouden worden gestopt en van jongs af aan blootgesteld aan psychologische druk, zouden ze het nooit ontwikkeld hebben.”

Ik ben ervan overtuigd dat het ongemakkelijke gevoel in dit geval door heel wat mensen gedeeld zou worden. Daar zijn twee redenen voor. Ten eerste: de hyperactiviteit of concentratieproblemen van de honden en de depressiviteit van de ijsberen zijn uitdrukkingen van een dieperliggende kwestie, met name de omstandigheden waarin ze leven. Ten tweede: wanneer men zegt dat de behandeling werkt, betekent dat eigenlijk dat hun baasjes minder last hebben van het verzet tegen deze omstandigheden.

De vraag is: waarom zou dat bij de menselijke diersoort anders zijn?

Sociale oorzaken

Laten we beginnen bij de eerste reden waarom we ons ongemakkelijk voelden bij de behandeling van de dieren in de zoo. Kunnen we ook over menselijke mentale problemen zeggen dat ze het gevolg zijn van de omstandigheden waarin we leven?

De oorzaken van menselijke mentale problemen zijn natuurlijk complex. In sommige gevallen is er een duidelijke biologische verklaring, in andere gevallen kan een bepaalde gebeurtenis een grote invloed hebben en in de meeste gevallen is er sprake van een wisselwerking. Wat hoe dan ook duidelijk is, is dat ook bij de menselijke diersoort de omstandigheden waarin we leven een bepalende rol spelen. Zo geeft recent in The lancet gepubliceerd onderzoek aan dat de ecologische crisis wereldwijd een grote negatieve impact heeft op de ‘mentale gezondheid’ van jongeren.

Naast de ecologische crisis hebben ook andere maatschappelijke problemen een grote impact op ons mentale welbevinden. Zo tonen Kate Picket en Richard Wilkinson in het boek The Spirit Level het verband aan tussen economische ongelijkheid en de toename van stress, depressies en sociale angsten. In het vervolgboek The Inner Level gaan beide professoren dieper in op de reden waarom ongelijkheid voor mentale problemen zorgt.

“Ongelijkheid”, zo legt Wilkinson uit, “plaatst ons in een hiërarchie, alsof we gerangschikt worden van goed naar slecht. Het creëert de illusie dat bepaalde mensen aan de top heel belangrijk zijn en bepaalde mensen onderaan bijna waardeloos zijn.” Daarom is er in een ongelijke samenleving meer statusangst. Dat is een vorm van stress over welke plaats je inneemt op de sociale ladder, die op haar beurt zorgt voor meer pestgedrag, onzekerheid, narcisme, enzoverder.

De speedboot stoppen

Ook voor concentratieverlies zijn er sociale oorzaken bekend. Zo vonden onderzoekers aan de Universiteit van Utrecht een verband tussen symptomen van problematisch socialemediagebruik en ADHD-symptomen. “Jongeren van wie het problematisch gebruik was toegenomen ervoeren een toename in ADHD-symptomen in het opvolgende jaar, vooral een toename in aandachtsproblemen en impulsiviteit”, aldus Maartje Boer van de Universiteit van Utrecht.

Problematisch socialemediagebruik is slechts één van de vele sociale factoren met een negatieve impact op ons concentratievermogen die Johann Hari bespreekt in zijn boek Stolen focus. “We denken dat ons onvermogen om te focussen een persoonlijk falen is, maar dat is het niet”, zo concludeert Hari. “Dit wordt ons aangedaan door krachtige externe krachten. Onze focus is gestolen.”

Psychiater Dirk De Wachter vergelijkt onze samenleving met een speedboot. “Die speedboot moet steeds sneller varen. Vooraan staan de blitse boys, heerlijk met de haren in de wind. Ze ontkurken champagne. Achteraan vallen mensen uit de boot. Niemand ziet het. Het zijn mensen met psychische kwalen: een depressie, een burn-out, vermoeidheid.”

Is het niet stilaan tijd om de speedboot te doen stoppen?

“Achter de speedboot vaart een reddingssloep met therapeuten in”, zo gaat De Wachter verder. Wij vissen de mensen uit het water, geven hun warme kleren en lekker eten. Maar die mensen moeten weer in de speedboot raken en dát is vreselijk.” Er is natuurlijk niets mis met reddingssloepen. Die zijn heel erg nodig. De vraag is alleen: is het niet stilaan tijd om de speedboot te doen stoppen?

Als mensen zitten we niet opgesloten in de dierentuin, maar we leven wel in een spreekwoordelijke speedboot. Het maatschappelijk systeem dat kapitalisme heet, heeft op tal van manieren een belangrijke impact op ons mentaal welbevinden. De vraag die overblijft is: kunnen we ook de behandeling van menselijke mentale problemen vergelijken met die van de dieren in de zoo? En wiens belang dient die behandeling?

Human capital

“Een zelfdoding kost de maatschappij 2,8 miljoen euro”, zo kopte het Nederlandse actualiteitenprogramma EenVandaag eind vorig jaar. De berekening werd gemaakt door onderzoeksbureau Deloitte in opdracht van de Nederlandse zelfmoordpreventielijn 113 die met dit argument de regering trachtte te overtuigen meer middelen vrij te maken voor hun organisatie. “Die persoon had bijvoorbeeld nog jaren door kunnen werken en belasting moeten betalen”, legde Meike Baretta van 113 uit. “Ze noemen dit het ‘human capital‘.”

Daar komt dat ongemakkelijke gevoel weer naar boven. Alsof ons leven ons eerst moet worden afgenomen, gereduceerd tot menselijk kapitaal, om het waard te maken, gered te worden. Op welke manier verschilt dit nog van de manier waarop de dieren in de zoo behandeld worden? Een depressieve ijsbeer is minder aangenaam om naar te kijken, lokt minder bezoekers, brengt minder geld op en moet dus behandeld worden. Een depressief mens werkt minder, betaalt minder belastingen; kortom: levert minder op en moet dus behandeld worden.

Alsof ons leven ons eerst moet worden afgenomen om het waard te maken, gered te worden

Die behandeling is, net zoals bij de dieren in de zoo, niet uit op bevrijding uit de ziekmakende omstandigheden, maar net op het aanvaarden van deze omstandigheden. Zo beschouwt men de behandeling van een patiënt met een burn-out als geslaagd wanneer deze terug aan het werk gaat, terwijl het net deze reductie is van ons menszijn tot een geldelijk bedrag, dat ons ziek maakt.

Helemaal cynisch wordt het wanneer die mentale problemen op hun beurt een verdienmodel worden. Alleen al in België slikken meer dan een miljoen mensen antidepressiva. We slikken massaal pillen om in slaap te vallen en pillen om wakker te worden, pillen om ons beter te concentreren en pillen tegen de stress. Allemaal pillen waar we ook steeds meer afhankelijk van worden. De pillenindustrie is een miljardenbusiness geworden waarmee het kapitalisme erin slaagt geld te kloppen uit haar eigen falen.

Zinvolle waanzin

Begrijp me niet verkeerd. Ook vanuit conservatieve en extreemrechtse hoek klinkt er harde kritiek op het mental health-discours. Men zou te veel met zichzelf bezig zijn, zich te veel wentelen in een slachtofferrol, te veel gepamperd worden en daardoor niet meer weerbaar zijn. Die kritiek deel ik niet.

De problemen waarvoor miljoenen mensen in ons land pillen nemen en in behandeling gaan zijn, net zoals die van de dieren in de zoo, reëel. Het wegduwen van de menselijke kwetsbaarheid maakt ons niet meer weerbaar, integendeel. De oorzaken van mentale problemen aanpakken, kan enkel als we de symptomen serieus nemen. Het punt is echter: niet alle negatieve gevoelens zijn een probleem waarvoor we behandeld moeten worden. We zijn niet noodzakelijk ziek wanneer we droevig zijn.

Volgens cijfers van Sciensano heeft naar schatting 11 procent van de Belgen een angststoornis en is 9 procent depressief. Onder jongeren tussen 2 en 18 jaar heeft 11 procent één of meerdere relatiestoornissen, 10 procent emotionele stoornissen, 9 procent gedragsstoornissen, 7 procent prosociale stoornissen en maar liefst 12 procent aandachtstekort of hyperactiviteitsstoornissen. Je moet bij wijze van spreken zo stilaan wel zot zijn om nog ‘normaal’ geacht te worden.

Als maar liefst 15 procent van de bevolking overgevoelig blijkt te zijn, is het probleem dan niet vooral de groeiende ongevoeligheid van deze wereld?

Als meer dan 15 procent van de bevolking ‘overgevoelig’ of ‘hypersensitief’ blijkt te zijn, zou het dan niet kunnen dat we vooral kampen met een groeiende ‘ongevoeligheid’ van deze wereld? Is het dan niet zinvoller om in plaats van gevoelige mensen een label mee te geven, hen te beschouwen als kanaries in de koolmijn, als diegenen die het sterkst aanvoelen wat er misloopt? En zouden we niet beter naar de uitingen van deze gevoelens moeten luisteren in plaats van ze te medicaliseren?

Het zwarte gat

Een diagnose is vaak een vorm van erkenning, een manier om woorden te geven aan de worsteling die men ervaart. Maar wat als je geen depressie hebt, geen ADHD, geen autisme, je bent niet bipolair en ook niet hypersensitief, je hebt geen traumatische ervaring achter de rug, geen burn-out en tóch heb je het gevoel dat er iets mis is? Misschien moeten we beginnen met de erkenning dat de ervaring van het negatieve geen uitzondering is die verklaard moet worden, maar onmisbaar deel uitmaakt van het mens zijn.

Wat als je geen depressie hebt, geen ADHD, geen autisme, je bent niet bipolair en ook niet hypersensitief, je hebt geen traumatische ervaring achter de rug, geen burn-out en tóch heb je het gevoel dat er iets mis is?

Wanneer we terugkomen van een kamp, een muziekfestival of een deugddoende vakantie, zeggen we wel eens dat we in een ‘zwart gat’ vallen. Dat gaat natuurlijk over het acute gemis aan een bepaalde onmiddellijkheid. Maar het gaat ook over het knagende zwarte gat dat er altijd al was, dat we proberen te ontvluchten, maar dat maar niet wil weggaan. Het gaat over de vrijheid waartoe we veroordeeld zijn, die we proberen te ontvluchten maar ons achtervolgt als onze eigen schaduw. Het gaat over de ‘heimwee’ die niet overgaat. Het tekort, de niet op te vullen holte die we altijd met ons meedragen.

We kunnen positief proberen te denken, rechtop lopen, ons huis opruimen, ons bed opmaken, onze comfortzone verlaten, routines aanbrengen, prioriteiten stellen, onze krachten kennen en aan onze zwaktes werken. Ook dan raakt de holte niet gevuld. We kunnen naar anderen luisteren, slecht advies negeren, dankbaar zijn, aan sport doen en aan mindfulness. Ook dan gaat de ‘heimwee’ niet over. We kunnen onze woede en angsten beheersen, gezond eten, een planning maken en ons eraan houden, geen fuck geven en anders denken. Ook dan gaat het ‘zwarte gat’ niet weg.

Beeld: Campagne van de Vlaamse overheid (checkjezelf.be)

Soms lijkt het ‘zwarte gat’ te groot, lopen we ervan weg, wordt het tekort ons te veel Maar we zouden mogen beseffen dat we niet zonder kunnen leven. Het ‘zwarte gat’ is namelijk existentieel. Het is wie wij zijn. Dat wat kwetsbaarheid zo krachtig maakt, wat uit verdriet verbondenheid doet ontstaan. Het valt niet te herleiden tot slechts een kwestie van gezondheid. Het is dat wat zo moeilijk in woorden uitgedrukt kan worden en waar toch alle liedjes over gaan. Het is de aanwezigheid van dat wat afwezig is. Dat wat niet is, maar wel zou kunnen, of we toch kunnen proberen, liefde, je onvoorwaardelijk engageren.

Hoop is handelen

Enkele jaren geleden was ze een klein meisje dat gestopt was met eten en praten. Ze weende zichzelf in slaap, ontroostbaar om de vernietiging van onze planeet. Aan diagnoses geen gebrek. De kleine Greta Thunberg heeft anorexia, OCD en ze bevindt zich op het autismespectrum.

Greta, zo vat haar moeder het samen, “is niet in staat de tegenstrijdigheden van het moderne leven te verenigen.” Dat ze zich op het autismespectrum bevindt, zal daar wellicht toe bijdragen. Maar wanneer het gaat over de ecologische crisis, is het niet in staat zijn om de tegenstrijdigheden die daarvan aan de basis liggen te verdragen, vooral een teken van gezond verstand. “Greta heeft een diagnose, maar dat neemt niet weg dat ze gelijk heeft”, aldus opnieuw haar moeder.

“Greta heeft een diagnose, maar dat neemt niet weg dat ze gelijk heeft”

Wat Greta deed was niet de tips voor mental health toepassen. Ze probeerde niet positief te denken of het piekeren te beperken tot 1 uur per dag. Ze hield zich niet aan een routine, integendeel. “Waarom studeren voor mijn toekomst als niemand iets onderneemt om die toekomst te redden”, dacht Greta. En in plaats van het bij een losse gedachtenkronkel te laten, besloot ze te doen wat ze dacht. Omdat als je niet doet wat je denkt, wat je denkt er niet echt toe doet.

In plaats van de angst die gepaard gaat met de ecologische crisis weg te drukken of lijdzaam te ondergaan, nam Greta het als vertrekpunt van haar actie. Met een bordje en een enorme stapel flyers vol informatie over de ecologische crisis zette Greta zich voor het Zweedse parlement. Ze ging in schoolstaking voor het klimaat. Het vervolg is bekend.

Greta Thunberg. Foto: Anders Hellberg / creative commons

De schoolstaking voor het klimaat bleek tegelijkertijd zowel een belangrijk persoonlijk als een maatschappelijk keerpunt te zijn. “Je bent nooit te klein om een verschil te maken”, vertelde Greta en miljoenen jongeren over de hele wereld volgden haar voorbeeld in wat zich ontwikkelde tot één van de meest indrukwekkende sociale bewegingen van deze tijd.

Ook op persoonlijk vlak was de schoolstaking het beginpunt van een grote omwenteling die geen enkele psychiater bewerkstelligen kon. Greta eet weer, ze praat, ze lacht, ze danst, ze leeft. “Hoop”, zegt Greta zelf daarover, “is niet iets dat je hebt of niet hebt. Het is niet iets dat je gegeven kan worden. Het is niet geloven dat het goedkomt. Hoop komt voort uit handelen.”

Geestdrift

Binnenkort is er weer één of andere dag voor de mentale gezondheid. Dan zal één of andere minister op de commerciële tv-zender een stukje van ons belastinggeld doneren aan initiatieven die hier aandacht voor hebben, om het taboe te doorbreken. Ondertussen zal de ecologische crisis verder uit de hand lopen, de ongelijkheid verder toenemen. Communicatiemedewerkers van de minister zullen werken aan posts op Facebook en Instagram in de hoop dat een goede foto het potentieel heeft om viraal te gaan. Mentale gezondheid, daar kan tenslotte toch niemand tegen zijn.

Begrijp me niet verkeerd. Ook ik vind het belangrijk om ruimtes te scheppen waarin vrij gesproken kan worden over het mentale en over hoe we ons voelen. Het is waar: praten helpt. De vraag is alleen: wordt er ook geluisterd? Beste ministers: wij hebben niets aan jullie lijstjes met tips, we vragen niet om aandacht, wij willen niet gehoord worden waarna alles hetzelfde blijft. Waar wij naar snakken is verandering, een einde aan de dominantie van het grote geld, zodat de kloven tussen ons, de kloof tussen ons en deze planeet herstelt en wij ook kunnen herstellen.

Praten helpt, maar wordt er ook geluisterd?

En ja, wanneer de kloven te diep zijn, kan professionele zorg nodig zijn. En neen, we kunnen niet wachten op andere omstandigheden om ons beter te voelen. Maar als we onze negatieve gevoelens delen, is dit niet om er gewoon aandacht voor te vragen. Dan is het om de collectieve geestdrift te versterken die in staat is deze omstandigheden te veranderen. En als we professionele zorg nodig hebben, dan moet die ons in staat stellen die geestdrift te behouden en ze niet lamleggen.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!