De loonnormwet, die in 1996 werd ingevoerd en in 2017 werd aangepast door de regering Michel, bepaalt dat de Belgische uurloonkost niet sneller mag stijgen dan het gemiddelde van Nederland, Frankrijk en Duitsland. De verwachte loonkostoverschrijding tegen het einde van 2024 bedraagt volgens de aangepaste berekeningsmethode van 2017 1,8%, aldus het CRB-rapport.
Het ACV benadrukt dat de werkelijke uurloonkost voor bedrijven aanzienlijk lager ligt dan de berekende uurloonkost voor vergelijking met onze buurlanden, vanwege het feit dat loonsubsidies en kortingen op SZ-bijdragen niet worden meegerekend. Dit staat bekend als de “sjoemelsoftware”, volgens de vakbond.
Belgische werknemer 2,8% ‘goedkoper’
Bij een eerlijke vergelijking, waarbij ook rekening wordt gehouden met productiviteit, blijkt een Belgische werknemer 2,8% ‘goedkoper’ te zijn dan zijn buitenlandse collega, ondanks de hogere uurloonkost.
Het ACV concludeert dat er ruimte is voor substantiële loonsverhogingen in België, ondersteund door historisch hoge winsten in bedrijven. De vakbond wijst op de beperkingen van de loonnormwet, die sectorale loononderhandelingen bemoeilijkt en pleit voor eerlijke loononderhandelingen in een evenwichtig kader.
Het systeem van automatische loonindexering heeft volgens het ACV de koopkracht en binnenlandse consumptie op peil gehouden, waardoor onze economie sterker groeide dan die van de buurlanden. Met eerlijke loononderhandelingen zou onze economie nog beter presteren, aldus het ACV.