De besparingsplannen grijpen terug naar de begrotingsregels van het Verdrag van Maastricht uit 1992. Deze regels legden vast dat landen binnen de Europese Unie moesten streven naar een maximale staatsschuld van 60% van het bruto binnenlands product (bbp) en een begrotingstekort van hoogstens 3% van het bbp.
Deze regels staan vandaag echter “haaks op de sociaaleconomische realiteit in de landen waarop ze van toepassing zijn”, aldus ABVV en BBTK in een persbericht.
Het bezuinigingsplan voor België betekent een stapsgewijze budgettaire inspanning die tegen 2028 kan oplopen tot ongeveer 30 miljard euro per jaar. Als dit wordt doorgevoerd, zal België niet in staat zijn om essentiële investeringen te doen, bijvoorbeeld in de gezondheidszorg of het onderwijs.
En dan hebben we het nog niet eens over de noodzakelijke investeringen in de klimaattransitie. Deze nieuwe bezuinigingsmaatregelen zullen een negatieve impact hebben op onze sociale zekerheid, openbare diensten en onze financiële situatie, zo vinden de vakbonden.
Jaarlijks 30 miljard besparen tegen 2028, wat betekent dat?
Jaarlijks 30 miljard besparen tegen 2028 is een immense uitdaging die enorme gevolgen heeft voor verschillende essentiële sectoren in België.
Dit bedrag vertegenwoordigt bijna de helft van alle pensioenuitgaven en is meer dan het totale onderwijsbudget. Het is ook drie keer het jaarlijkse budget voor ziekenhuizen.
Bovendien komt het overeen met twee jaar aan terugbetalingen voor consultaties bij diverse zorgverleners, zoals dokters, tandartsen en kinesisten, en het is drie keer het jaarlijkse budget voor alle lonen en salarissen van verschillende federale departementen en ambtenaren.
De regering zal onze toekomst betalen
Het stemmen voor links of rechts zal ongetwijfeld heel verschillende resultaten opleveren voor de burgers. Om te voldoen aan de Europese verplichtingen, zijn er twee of drie mogelijkheden: ofwel de inkomsten verhogen, ofwel de uitgaven verlagen, ofwel een combinatie van beide.
Rechtse partijen zullen waarschijnlijk proberen de uitgaven te beperken door te bezuinigen op gezondheidszorg, werkloosheidsuitkeringen en openbare diensten. Dit kan gepaard gaan met aanpassingen aan de index, het verminderen van pensioenen, enzovoort. Uiteindelijk zullen het de burgers zijn die de prijs betalen.
Aan de andere kant zullen linkse politici er waarschijnlijk naar streven om de inkomsten te verhogen door middel van rechtvaardigere belastingen en investeringen in openbare diensten zoals scholen, wegen, en cultuur, evenals in sociaal welzijn.
Kom in actie op 3 juni